Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek

ADC ArcheoProjecten heeft in juli 2016 een bureauonderzoek uitgevoerd naar de archeologische waarde van de locatie Woudtzicht 15, De Lier, gemeente Westland. Aanleiding is de voorgenomen uitbreiding van het bestaande bedrijf middels de aanleg van drie silo’s, een watertoren, een waterbassin en de uitbreiding van een bestaande schuur. In het vigerende bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland, dat op 19 december 2012 door de gemeente Westland is vastgesteld, maakt het plangebied deel uit van een zone met de dubbelstemming Waarde Archeologie 2. Op de archeologische beleidskaart betreft dit verwachtingszone III. Volgens de bijbehorende beleidsregels dient bij ontwikkelingen in deze zone een omgevingsvergunning aangevraagd te worden indien planlocaties 500 m2 of groter zijn en de bodem dieper dan 50 cm –mv verstoord wordt. Op basis van het bureauonderzoek kan geconcludeerd worden dat de ondergrond in de regio waarbinnen het plangebied is gelegen bestaat uit het Laagpakket van Wormer (in de diepere ondergrond) en afzettingen van het Laagpakket van Walcheren met ingeschakeld Hollandveen. Binnen deze zone geldt een middelhoge verwachting voor aanwezigheid van resten uit de IJzertijd, Romeinse tijd, Middeleeuwen en Nieuwe tijd. Historische kaarten laten zien dat de van oorsprong middeleeuwse polder evenwel hoofdzakelijk voor landbouw gebruikt werd en dat binnen het plangebied zelf geen sprake was van bebouwing. De kans op de aanwezigheid van sporen en vondsten uit de Nieuwe tijd wordt daarom als laag ingeschat. Eventueel aanwezige sporen uit de Late Middeleeuwen zullen direct onder de huidige bouwvoor gesitueerd zijn en mogelijk in meer of mindere mate beschadigd zijn bij de aanleg van de huidige, binnen het plangebied aanwezige bebouwing. Eventueel aanwezige sporen en vondsten uit daaraan voorafgaande perioden kennen vanwege de afdekking door jongere sedimenten waarschijnlijk een betere conservering. De bovenstaande verwachting is op 27 februari 2017 getoetst doormiddel van een verkennend booronderzoek. Binnen het plangebied zijn waarschijnlijk dekafzettingen van het Gantelsysteem op veen aangetroffen. De klastische sedimenten liggen erosief op het veen. In deellocatie 2 ligt het veen op circa 200 cm tot 285 cm –mv. In deellocatie 1 is het klei/zanddek nog dikker en ligt het veen dieper circa 370 cm –mv. De top van de zandige en kleiige deklaag is sterk verstoord. In het deellocatie 1 is de deklaag verstoord tot circa 55 cm tot 60 cm –mv, in deellocatie 2 tot 100 cm tot 130 cm –mv. Gezien de dikte van de aangetaste deklaag, lijkt de kans klein dat de top van de dekafzetting van de Gantellaag nog intact gebleven is. De kans is dan ook klein dat nieuwe verbeteringen aan de huidige structuren archeologisch intact gebleven waarden gaan aantasten. ADC ArcheoProjecten adviseert om het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zoals aangegeven in artikel 5.10 van de Erfgoedwet. Wij wijzen u erop dat de bevoegde overheid op basis van dit rapport een selectiebesluit neemt. De mogelijkheid bestaat dat dit selectiebesluit afwijkt van het door ons opgestelde advies