Archeologisch bureauonderzoek & Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase: Landgoed Nieuw-Leeuwenhorst, Noordwijkerhout. Gemeente Noordwijkerhout. IDDS Archeologie rapport 2160.

In opdracht van de gemeente Noordwijkerhout heeft IDDS Archeologie in augustus 2018 een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek (IVO), verkennende fase, uitgevoerd op het Landgoed Nieuw-Leeuwenhorst, gelegen langs de Gooweg in Noordwijkerhout, gemeente Noordwijkerhout. De doelstelling van het bureauonderzoek is het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied. Het doel van het inventariserend veldonderzoek is het toetsen en zo nodig aanvullen van de gespecificeerde verwachting. Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied is gelegen op een strandwal die gevormd is in het Laat Neolithicum. Eerder onderzoek in de omgeving heeft uitgewezen dat de strandwal een hoge archeologische verwachting heeft. Binnen een straal van 500 m zijn op de strandwal archeologische resten aangetroffen uit de Bronstijd, IJzertijd, Romeinse tijd, Vroege en Late Middeleeuwen en de Nieuwe tijd. Het betreft voornamelijk sporen van bewoning en landbouw. Deze resten mogen ook in het plangebied worden verwacht en kunnen voorkomen op diverse niveaus. Het ondiepste niveau zal zich naar verwachting bevinden onder de humeuze bovenlaag, die op basis van de kartering van de aanwezige bodems als vlakvaaggronden relatief dun kan zijn. Daarnaast kunnen dieper in het Oude duin- en strandwalzand verschillende oudere niveaus aanwezig zijn, die zich waarschijnlijk zullen manifesteren als humeuze, omgewerkte en/of houtskoolrijke niveaus. De dieptes van deze niveaus is op voorhand niet vast te stellen, aangezien ze gevormd zijn in een reliëfrijk duinlandschap. Mogelijk is de strandwal relatief onverstoord. Sommige locaties zijn mogelijk (deels) verstoord tot een onbekende diepte. Te verwachten verstoringen kunnen bestaan uit afgravingen (locaties A, B en H), kabels en leidingen (langs de wegen in locaties B, G en I) en het rooien van bomen (locaties C, D, E en F). Afhankelijk van de diepte van de verstoringen zal het bovenste niveau (direct onder de humeuze toplaag) waarschijnlijk verstoord zijn maar kunnen één of meerdere dieper gelegen niveaus nog wel intact aanwezig zijn in de ondergrond. Vanaf de 18e eeuw hoorde het plangebied waarschijnlijk bij landgoed Dijk en Burg. Uit de Nieuwe tijd mogen daarom resten van tuinaanleg en vijvers worden verwacht, hoewel het grootste deel van het plangebied waarschijnlijk bos is geweest. Alleen op locatie I kunnen mogelijk resten van bebouwing uit de Nieuwe tijd (vanaf de 19e eeuw) worden verwacht. Daarnaast is er een kans op het aantreffen van resten uit de Tweede Wereldoorlog, toen het gebied door de Duitsers in gebruik was. Locatie H ligt mogelijk deels ter plaatse van een tankval. Ook op de andere locaties kunnen resten uit deze periode worden aangetroffen, waarschijnlijk voornamelijk in de vorm van losse vondsten. Het booronderzoek heeft de verwachting op een relatief onverstoord Oud duin- en strandwallandschap bevestigd. In tegenstelling tot de verwachte vlakvaaggronden zijn veelal podzolbodems aanwezig. Op de niveaus van de humeuze lagen in de duinen en onder de podzolbodems geldt een hoge verwachting voor archeologische resten vanaf het Laat Neolithicum tot en met de Nieuwe tijd. Op basis van de resultaten van het inventariserend veldonderzoek adviseert IDDS Archeologie om vervolgonderzoek uit te laten voeren indien werkzaamheden op de locaties reiken tot onder de aangetroffen archeologische niveaus