2017113001 gemeente Buren Ingen De Brei 3: Bureau voor Archeologie Rapport 583

Bureau voor Archeologie heeft een bureau- en inventariserend veldonderzoek in de vorm van boringen in de verkennende en karterende fase uitgevoerd voor bouwwerkzaamheden aan de De Brei 3 te Ingen. De vraagstelling van het onderzoek luidt: hoe kan rekening gehouden worden met eventuele archeologische waarden bij de voorgenomen ontwikkeling? Het onderzoek is uitgevoerd in overeenstemming met de richtlijnen van de KNA, protocollen 4002 en 4003. In het kader van het onderzoek zijn kaarten, databases en literatuur geraadpleegd om te komen tot een gespecificeerde archeologische verwachting van het gebied. De beoogde ingreep bestaat uit de uitbreiding van een bouwblok en de bouw van een loods. Het huidige plangebied beperkt zich tot de omvang van de loods. Het is nog niet bekend hoe de nieuwe loods wordt gefundeerd en tot hoe diep de verstoring zal reiken. Uitgegaan wordt van een verstoring van ca. 80 cm -mv exclusief funderingspalen. Het plangebied ligt in archeologisch landschap 'Rijn-Maasdelta'. In de ondergrond zijn mogelijk oeverafzettingen van de Ommeren of Lienden beddinggordel aanwezig. De oeverwallen van de Ommeren beddinggordel zijn bewoonbaar vanaf het Neolithicum. De oeverwallen van de Lienden beddinggordel zijn bewoonbaar vanaf de Romeinse tijd. Verondersteld wordt dat nabij het plangebied de Romeinse Limesweg heeft gelopen. Het is daarom niet uitgesloten dat in het plangebied resten van de weg of resten van militaire versterkingen aanwezig zijn. Ongeveer 290 m ten noorden van het plangebied zijn de resten van een Romeinse stenen bouwwerk en menselijke skeletresten gevonden. Op historische kaarten is het plangebied onbebouwd. Archeologische resten gerelateerd aan bewoning uit de Nieuwe tijd worden daarom niet verwacht. Uit het booronderzoek blijkt dat in het plangebied oever- op komafzettingen aanwezig zijn. De bovenste 30 tot 60 cm van de oeverafzettingen is verstoord. Deze verstoring houdt vermoedelijk verband met het gebruik als boomgaard. Bij het booronderzoek zijn geen archeologische indicatoren, archeologische lagen of potentiële bewoningsniveaus aangetroffen. De gehanteerde methode is niet geschikt voor het opsporen van puntelementen en lineaire structuren (zoals de hypothetische Limesweg). Echter, omdat geen concrete aanwijzingen bestaan voor dergelijke archeologische waarden, wordt nader onderzoek hiernaar niet zinvol geacht. Bureau voor Archeologie adviseert het plangebied vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Dit onderzoek is met grote zorgvuldigheid uitgevoerd. Het is echter nooit uit te sluiten dat toch archeologische resten worden aangetroffen bij de graafwerkzaamheden. Eventuele archeologische resten is men verplicht te melden bij de Minister van OCW in overeenstemming met de Erfgoedwet uit 2016. In dit geval wordt aangeraden om contact op te nemen met de gemeente Buren