2018042201 Ermelo Ermelo Kampvelderweg 46: Kampvelderweg 46, Ermelo, gemeente Ermelo: een inventariserend veldonderzoek in de vorm van boringen in de verkennende fase

Bureau voor Archeologie heeft een inventariserend veldonderzoek in de vorm van boringen uitgevoerd voor sloop- en bouwwerkzaamheden aan de Kampvelderweg 46 te Ermelo. De vraagstelling van het onderzoek luidt: hoe kan rekening gehouden worden met eventuele archeologische waarden bij de voorgenomen ontwikkeling? Het onderzoek is uitgevoerd in overeenstemming met de richtlijnen van de KNA, protocol 4003. Voor het plangebied is een specifieke verwachting opgesteld.In het plangebied wordt de huidige bebouwing gesloopt. Op het terrein worden vervolgens zes nieuwe woningen geplaatst met tuinen en parkeerplaatsen. Omdat het plan zich in de ontwerpfase bevindt zijn de funderingsdieptes onbekend.Bewoning in het plangebied is mogelijk vanaf het ontstaan van de stuwwal bij Ede in het Midden Paleolithicum. De flank van de stuwwal heeft archeologisch potentieel, gebaseerd op eerdere vondsten van nederzettingsresten uit het Laat Neolithicum tot en met de Romeinse tijd. In de Vroege Middeleeuwen vindt ijzerwinning en -productie plaats op de Veluwe. De historische kern van Ermelo, die voor het eerst wordt genoemd in historische bronnen in 855 n. Chr., ligt ongeveer 600 meter ten noorden van het plangebied. In het plangebied is waarschijnlijk grondverbetering aangebracht van heideplaggen gemengd met potstalmest. Het plangebied is op kaarten uit het begin van de 19e eeuw nog aangeduid als bouwland. In de tweede helft van de 20e eeuw vinden meerdere bouw- en sloopwerkzaamheden plaats, voornamelijk in het zuiden van het plangebied.In het plangebied zijn vijf boringen gezet tot minimaal 130 en maximaal 150 cm -mv. Hieruit blijkt dat een deels intacte inspoelingslaag (B-horizont) in het plangebied aanwezig is onder een antropogeen dek. Onderin het antropogene dek is een mogelijke akkerlaag aanwezig waarvan de top op 40 cm -mv of dieper ligt. De top van de B-horizont ligt op 60 cm -mv of dieper. In de mogelijke akkerlaag zijn drie aardewerkfragmenten aangetroffen, één uit de Nieuwe Tijd, één fragment steengoed uit de Late Middeleeuwen of Nieuwe Tijd en een fragment mogelijk pre-middeleeuws aardewerk. In één boring is de bodem geroerd tot in de natuurlijke dekzandafzettingen (C-horizont).Bureau voor Archeologie adviseert om (rekening houdende met een buffer van 10 cm) graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm -mv te vermijden. Indien het niet mogelijk is graafwerkzaamheden tot in het potentiële archeologische niveau te vermijden, wordt aanbevolen een proefsleuvenonderzoek uit te voeren om de aanwezigheid en waarde van archeologische resten nader te bepalen. Het proefsleuvenonderzoek dient te worden uitgevoerd door een gecertificeerde instelling en conform een door de gemeente goedgekeurd Programma van Eisen