Laanakkerweg, Vianen (gemeente Vianen): Een bureauonderzoek

In opdracht van F5 Projectengroep B.V. heeft ADC ArcheoProjecten in juli 2016 een bureauonderzoek uitgevoerd naar de aanwezigheid van (mogelijke) archeologische waarden op de locatie Laanakkerweg te Vianen, gemeente Vianen. De aanleiding van het onderzoek is de voorgenomen aanleg van een waterpartij in het kader van het creëren van een waterbuffer als compensatie voor oppervlakteverharding. Op basis van het bureauonderzoek kan geconcludeerd worden dat het plangebied gesitueerd is op de flank van de Hagensteinse stroomrug. Op grond van de datering van dit fossiele riviersysteem en bekende archeologische gegevens moet rekening worden gehouden met vindplaatsen uit de Late IJzertijd, de Romeinse tijd en de (Vroege) Middeleeuwen. Op de oudst geraadpleegde kaart, daterend uit 1767, bevindt het plangebied direct ten zuiden van een doorgaande weg. Het plangebied zelf lijkt onbebouwd. Dit geldt ook voor de kaarten uit daaropvolgende eeuwen. De kans op het aantreffen van resten van historische bebouwing binnen het plangebied wordt daarom klein geacht. Eventuele vindplaatsen zullen zich in de top van de oeverafzettingen bevinden en zich manifesteren als een ‘vuile laag’ met kleine fragmenten aardewerk, houtskool, bot en/of baksteen. De top hiervan is vermoedelijk gesitueerd op een diepte van 2,8 – 2,2 m +NAP. Vindplaatsen kunnen bestaan uit verschillende complextypen, waaronder huisplaatsen, grafvelden en landbouw. Door afdekking met komklei kunnen vindplaatsen in principe goed geconserveerd zijn. Echter, door grondbewerking en de aanleg van wegen vanaf het derde kwart van de vorige eeuw moet rekening worden gehouden met bodemverstoring. De aard en omvang van de bodemverstoring is niet bekend. Het plangebied is verder gelegen in een zone waarvoor in principe een hoge verwachting voor resten uit de Tweede Wereldoorlog geldt. Deze verwachting is gebaseerd de aanwezigheid van een stellingengebied aan weerszijden van een doorgaande weg. Deze weg stond in verbinding met de Lekbrug en bevond zich ter plaatse van de huidige rijksweg A2. Verspreid in het gebied waren infanterie- en lichte artillerieposities aanwezig die ten doel hadden de toegang tot de brug te blokkeren. Direct ten westen van het plangebied is sprake van de aanwezigheid van een dergelijke stelling. Gezien het grondverzet ten behoeve van de aanleg en de verbreding van de rijksweg A2 alsook de aanleg van het huidige plantsoen en wegen rondom het plangebied moet rekening gehouden worden met schade aan deze resten. Samenvattend kan gesteld worden dat in het plangebied rekening gehouden moet worden met de aanwezigheid van resten uit de Late IJzertijd, de Romeinse tijd en de (Vroege) Middeleeuwen, gerelateerd aan de in de ondergrond aanwezige oeverafzettingen van de Hagesteinse meandergordel. Door riviererosie worden geen oudere resten verwacht. Verder kan sprake zijn van de aanwezigheid van sporen en vondsten gerelateerd aan Tweede Wereldoorlog activiteiten. ADC ArcheoProjecten adviseert om een inventariserend veldonderzoek uit te voeren door middel van een verkennend booronderzoek. Het doel van dit onderzoek is het bepalen van de bodemopbouw en de mate van intactheid. Vanwege de geringe omvang van het plangebied verdient het aanbeveling om de verkennende fase te combineren met de karterende fase. Het karterend booronderzoek heeft als doel het opsporen van archeologische vindplaatsen. De exacte invulling van de werkzaamheden dient te worden vastgelegd in een Plan van Aanpak (PvA). Wij wijzen erop dat de bevoegde overheid op basis van dit rapport een selectiebesluit neemt. De mogelijkheid bestaat dat dit selectiebesluit afwijkt van het door ons opgestelde advies