Gene-environment interactions on the course of Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder (ADHD) symptoms: From early into late adolescence

Hoewel het duidelijk is dat genen, omgeving en diens interacties oorzaken zijn van ADHD, is het ook belangrijk om te kijken of genen, omgevingsfactoren en gen-omgeving interacties onderscheid kunnen maken in het beloop van ADHD symptomen gedurende de adolescentie. Bij het merendeel van de individuen met ADHD symptomen af met de tijd, maar toch ervaart een deel nog steeds ADHD symptomen in de adolescentie en zelfs de volwassenheid. Het doel van dit proefschrift was om meer inzicht te krijgen of genen (o.a., DRD4, 5-HTTLPR, DRD2, COMT en MAOA), omgevingsfactoren (perinatale factoren, opvoeding, stressoren en familie en school context) en diens interacties een rol spelen bij het ontstaan en de ontwikkeling van ADHD-symptomen tijdens de adolescentie. De studies in het proefschrift laten zien de samenwerking tussen genen en omgeving belangrijk is om het beloop van ADHD symptomen te begrijpen. Echter, voor specifieke effecten van genen, omgeving en interactie-effecten op het lange termijn beloop van ADHD symptomen is zeer complex. Aangetoond is dat er geen één-op-één relatie tussen risicofactoren en het lange termijn beloop van ADHD tijdens de adolescentie lijkt te bestaan. De G×E resultaten zijn specifiek en hier kunnen lessen uit worden getrokken voor volgend onderzoek, waarbij de waarde van G×E onderzoek beter tot uiting komt dan in hedendaags onderzoek. Het is onder andere belangrijk om het tijdsaspect te integreren binnen G×E onderzoek naar ADHD symptomen