Hoogeveen, N. Beetsstraat, Gemeente Hoogeveen (Dr.). Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek IVO-O (waarderende fase).: Steekproefrapport 2018-09/01

In augustus 2018 is voor een plangebied aan de Nicolaas Beetsstraat te Hoogeveen, gemeente Hoogeveen, provincie Drenthe, een archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek, waarderende fase, uitgevoerd. De zuidzijde en oostzijde van het terrein valt binnen een bufferzone van de historische kern en heeft een archeologische waarde. De aanleiding voor dit archeologisch onderzoek is de sloop van het bestaande schoolgebouw en de geplande bouw van woningen. Het plangebied is circa 1,4 hectare groot. Voorafgaand aan het veldwerk is een archeologisch bureauonderzoek en archeologisch verwachtingsmodel opgesteld voor plangebied. Hieruit blijkt dat het plangebied in de periode paleolithicum tot en met het midden van het neolithicum droog genoeg was voor menselijke activiteiten of bewoning. Daarna is het bedekt geweest met veen tot in de zeventiende eeuw de veenontginningen begonnen. Er zijn 28 boringen uitgevoerd. De gaafheid van de podzol varieert van niet intacte (alleen C-horizont of keileem) tot en met een intacte bodem (inclusief E-horizont). De opgeboorde grond is gezeefd. Hierbij zijn geen archeologische indicatoren zoals scherven aardewerk, stukken houtskool of verbrand en/of bewerkt vuursteen waargenomen. Selectieadvies door senior KNA archeoloog / senior KNA prospector drs. C. Tulp Uit het booronderzoek blijkt dat de eerste 75 centimeter van de bodem in de meeste boringen opgebracht of verstoord is. Er zijn geen in deze bovenlaag geen nieuwe tijdse vondsten gedaan. De kans op veenvondsten is door de afwezigheid van veenlagen nihil. Alhoewel hieronder een op sommige plekken deels intacte podzolbodem aanwezig is, zijn in deze lagen eveneens geen archeologische indicatoren aangetroffen. De booronderzoeken in de omgeving laten hetzelfde beeld zien. Gezien de verstoorde bovenlaag van het plangebied, het ontbreken van vondsten zowel uit de nieuwe tijd als uit eerdere perioden, de afwezigheid van een veenlaag en de afwezigheid van gemelde vondsten in de nabije omgeving (met uitzondering van nieuwe tijdse scherven bij de Hoofdstraat), is vervolgonderzoek niet wetenschappelijk te verdedigen. Wij adviseren het plangebied vrij te geven. Wel wijzen wij erop dat als bij graafwerk onverhoopt toch archeologische grondsporen worden aangetroffen en/of vondsten worden gedaan, dat daarvan direct melding dient te worden gemaakt conform de Erfgoedwet 2015, artikel 5.10 & 5.11. Wij adviseren dit te doen bij de gemeente Hoogeveen. De gemeente Hoogeveen, via adviseur mw. drs. G.C.W. Verschoor, heeft het advies overgenomen