Bureau- en Inventariserend Veldonderzoek, verkennend booronderzoek en oppervlaktekartering: Synthegra Rapport S180015

Synthegra B.V. heeft in opdracht van VanWestreenen een archeologisch bureauonderzoek (BO, onder certificaat protocol 4002) in combinatie met een inventariserend veldonderzoek en oppervlaktekartering (IVO-O, onder certificaat protocol 4003, verkennend booronderzoek), uitgevoerd op een poerceel aan de Schapendijk te Garminge in de gemeente Midden-Drenthe. De aanleiding voor het onderzoek is de uitbreiding van de bestaande gebouwen met een oppervlakte van circa 3.000 m2. Als gevolg van de graafwerkzaamheden, tot 3,0 m -mv, die gaan plaatsvinden, zullen eventueel aanwezige archeologische waarden verloren gaan. Op basis van het bureauonderzoek is voor het plangebied een gespecificeerde archeologische verwachting opgesteld. Het plangebied ligt in een gebied waar archeologische vondsten zijn gedaan uit de steentijd (ten oosten van het plangebied, uit de bronstijd (ten noordwesten van het plangebied) en ijzertijd (ten zuidoosten van het plangebied). Uit historische bronnen blijkt dat de naam Garminge al in de late middeleeuwen voorkomt. Uit oude kaarten blijkt dat het plangebied tenminste vanaf circa 1800 onbebouwd is. De geologische ondergrond en geomorfologische ligging op de rand van een hoogte op de overgang naar het beekdal maakt dat de locatie aantrekkelijk kan zijn geweest voor bewoning of gebruik in de periode laat-paleolithicum t/m eerste helft nieuwe tijd. Eventuele archeologische resten worden verwacht in de top van de pleistocene ondergrond bestaande uit dekzand. Hierop ligt de huidige bouwvoor met een verwachte dikte van circa 30 cm en mogelijk een plaggendek. Uit het verkennend booronderzoek is gebleken dat de bodem in het plangebied is aangetast tot in de BC- of C-horizont met uitzondering van boring 3. Eventuele archeologische vindplaatsen zullen derhalve zijn aangeploegd, waardoor archeologische artefacten zoals bewerkt vuursteen en aardewerkfragmenten aan de oppervlakte te verwachten zijn. Bij de uitgevoerde oppervlaktekartering zijn geen vondsten gedaan die een aanwijzing vormen voor een archeologische vindplaats in het plangebied