Archeologisch bureau- en booronderzoek aan de Bredaseweg 565 te Tilburg

In oktober 2018 is in opdracht van Donkergroen een archeologisch verkennend booronderzoek uitgevoerd voor een plangebied aan de Bredaseweg 565 te Tilburg. Het onderzoek is op zorgvuldige wijze uitgevoerd conform de richtlijnen van de vigerende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA 4.1). De aanleidingtot het booronderzoek werd gevormd door geplande bodemverstorende werkzaamheden die een bedreiging vormen voor eventueel aanwezige archeologische waarden. De werkzaamheden zullen een oppervlakte van 36.600 m2 beslaan. In dit gebied zal een kelder van 1600 m2 en 2,6 m diep worden geplaatst, er zal een cunet tot 50 cm – mv worden aangelegd onder het 5500 m2 grote parkeerterrein en er zullen twee vijvers van maximaal 1 m diep worden gegraven, met een oppervlakte van ca. 2000 m2. Uit het booronderzoek blijkt dat de ondergrond van het gebied uit grofzandige en grindige afzettingen van de Formatie van Sterksel bestaat, afgedekt door fluvio-periglaciale afzettingen en een dun dekzand- pakket. Dit dekzandpakket is door verploeging bijna geheel verstoord geraakt. De bodemverstoring reikt tot een diepte van 35 a 80 cm-mv. Daarom wordt in het gebied geen intact archeologisch sporenniveau meer verwacht. Een archeologische vindplaats uit het Paleolithicum manifesteert zich hoofdzakelijk door een vondstspreiding in de top van de (podzol)bodem. In de top van de Formatie van Sterksel zijn op sommige locaties nog bodemlagen aangetroffen, maar de top van de bodem (de A- en E-horizont) lijken te ontbreken. In het plangebied wordt daarom geen intacte archeologische vindplaats uit het Paleolithicum verwacht. Archeologische resten uit jongere periodes worden dan ook niet meer verwacht. Archeologenbureau Argo adviseert om het plangebied vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Het is echter niet uit te sluiten dat tijdens de werkzaamheden archeologische resten worden aangetroffen. Wij wijzen daarom op de meldingsplicht om archeologische vondsten te melden bij het bevoegde gezag, in dit geval de gemeente Tilburg. Deze meldingsplicht is vermeld in artikel 5.11 van de Erfgoedwet