Bureauonderzoek KVL Studiegebied te Oisterwijk: Antea Group Archeologie 2017/52

De gemeente Oisterwijk is voornemens om de locatie ‘KVL-terrein studiegebied’ te Oisterwijk de komende jaren te transformeren naar een gebied met gemengde functies (detailhandel, bedrijvigheid en wonen). Deze herontwikkeling is niet mogelijk binnen het geldende bestemmingsplan. Om deze reden wordt een nieuw bestemmingsplan opgesteld. In het kader van dit bestemmingsplan dient een aantal gebiedsonderzoeken te worden uitgevoerd. Eén daarvan betreft een onderzoek naar het onderdeel archeologie. De gemeente is voornemens om het plangebied om te vormen naar een woon-werkgebied. In het gebied worden woningen gerealiseerd. Tevens wordt de bestaande Boerenbond gesloopt en opnieuw gebouwd en wordt er een supermarkt gerealiseerd. Deze supermarkt wordt verplaatst van elders in Oisterwijk. Daarnaast wordt aan de oostzijde van het plangebied een kantoor-en bedrijfsfunctie gerealiseerd. Op afbeelding 2 is het voorkeursscenario weergegeven. Ten behoeve van het voornemen wordt de bestaande bebouwing gesloopt en de aanwezige groenstructuur verwijderd. Uit het archeologisch bureauonderzoek komt naar voren dat voor het plangebied een brede archeologische verwachting geldt. Er kunnen in principe resten worden aangetroffen uit het paleolithicum en uit de bronstijd tot en met de late middeleeuwen en nieuwe tijd. Resten uit het paleolithicum kunnen alleen worden aangetroffen indien er een intact podzolprofiel aanwezig is, resten uit de bronstijd tot en met de late middeleeuwen en nieuwe tijd zijn aanwezig indien er een intact esdek aanwezig is. Op basis van het archeologisch bureauonderzoek is het niet mogelijk om te bepalen in hoeverre de bodem precies verstoord is geraakt door de huidige bebouwing, maar het lijkt aannemelijk dat de huidige Boerenbond en de aanwezige parkeerterreinen voor bodemroering hebben gezorgd. Voor het gedeelte van het plangebied dat voor zover historisch bekend is nooit intensief bebouwd is geweest blijft de middelhoge archeologische verwachting van kracht. Er zijn op basis van het bureauonderzoek voor deze delen geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van grote bodemverstoringen. Voor beide gebieden worden echter de ondergrenzen voor archeologisch onderzoek overschreden. Hierdoor is het gehele plangebied onderzoeksplichtig. Antea Group adviseert om binnen het gehele plangebied een archeologisch vervolgonderzoek in de vorm van verkennende boringen uit te voeren. Het plangebied heeft een oppervlakte van circa 2,5 hectare. Bij een verkennend booronderzoek worden 6 boringen per hectare gezet. Dit zou binnen het plangebied neerkomen op 15 boringen, die tot 2,0 m of tot 0,3 m in de ongeroerde top van de C-horizont gezet worden