BRO.GEM.ABE Archeologische begeleiding aan de Hoek Hosrterkamp Ruurloseweg Vorden te Vorden in de gemeente Bronckhorst

Fase 1 In het noordoosten van het onderzoeksgebied zijn bewoningsporen aangetroffen die zijn aangemerkt als fase 1. Op basis van het aardewerkcomplex, met hierin de aanwezigheid van fijner en beter vormgegeven aardewerk, zijn de sporen in eerste instantie gedateerd in de Late Bronstijd tot Vroege IJzertijd. Een 14C-analyse van houtskool uit één van deze contexten (voorraadkuil), viel echter uit in een jongere periode: 1520-1445 v.Chr. (Midden Bronstijd A-B). Uit een vergelijk met andere vindplaatsen zoals Vorden Ruursloseweg, Vorden Smidstraat en Bedrijventerrein Hattemerbroek, bleek dat daar ook een vergelijkbaar verschil in de aardwerk typologische datering en 14C-datering was. Op basis hiervan moet er wellicht van worden uitgegaan dat het fijner gemagerd, beter vorm gegeven en deels versierde handgevormd aardewerk, tot op heden geassocieerd met Late Bronstijd/Vroege IJzertijd, ook al voorkomt vanaf de Midden Bronstijd B (1500-1100 v.Chr.). Op basis van het bovenstaande wordt vindplaats fase 1 Vorden Horsterkamp dan ook gedateerd in (het begin van) de Midden-Bronstijd B. De aangetroffen sporen maken deel uit van een erf uit de Midden-Bronstijd, met ook de voor deze periode kenmerkende voorraadkuilen. Uit de paalsporen kan helaas geen (gebouw)structuur worden herleid. Op de vindplaats Vorden Ruurloseweg (circa 250 m te noordoosten) zijn wel huisplattegronden aangetroffen die worden gedateerd in de (Midden- tot) Late Bronstijd. Mogelijkerwijs hebben we hier te maken de randen van het erf/nederzetting, behorende bij een van de daar (Vorden Ruurloseweg) aangetroffen bewoningsfases. Fase 2 In de westelijke helft van het onderzoeksgebied zijn verschillende sporen aangetroffen die dateren uit de Romeinse tijd (fase 2), bestaande uit twee spiekers, een hutkom en verschillende losse kuilen en paalsporen. Het bij fase 2 behorende aardewerkcomplex is goed vergelijkbaar met vondstcomplexen uit de regio en past grotendeels in de typologie opgesteld voor de verschillende potvormen binnen het Rijn-Weser-Germaans (RWG) gebied. De potvormen en versieringen komen overeen met handgevormd aardewerk van vindplaatsen in Apeldoorn, Almen en Zutphen. Deze sites dateren hoofdzakelijk in de Vroeg Romeinse tijd. De datering in de Vroeg Romeinse tijd wordt ondersteund door de 14C-analyse van de hutkom uit dezelfde bewoningsfase (2). De aanwezigheid van geïmporteerd gedraaid Romeins aardewerk, wijst op lange afstand contacten tussen de vindplaats in Vorden Horsterkamp en andere regio’s. Het gaat om een kleine hoeveelheid, hetgeen normaal is voor een dergelijke site op ruime afstand van de Romeinse rijksgrens (Limes). Het Romeinse erf, waarvan tijdens onderhavig onderzoek de periferie is aangetroffen, zet zich zeker nog voort buiten de grenzen van het onderzoeksgebied. Voor het vaststellen van de randen van het vroeg-Romeinse erf zijn geen aanknopingspunten aangetroffen zoals greppels, palenrijen etc. Wel concentreren de sporen van deze fase zich aan de oostrand van het onderzoeksgebied en de sporenconcentratie neemt richting het westen en zuiden (richting beekdal) af. Dit samen met het feit dat het plangebied richting het noorden en oosten oploopt, maakt het aannemelijk dat de kern van de Romeinse nederzetting zich in deze richting verder uitstrekt. Hierdoor wordt het direct naast het onderzoek (hoger) gelegen landbouw perceel de aangewezen plek voor verder onderzoek naar de nederzetting