Toekomstige signalering van 'nieuwe stoffen' door biotests

Naast de toetsing van baggerslib op chemische verbindingen wordt in de CTT de biologische reactie in drie biologische tests (bioassays) gemeten: de Corophium volutator, Microtox Solid Phase en DR Calux-test (Schipper en Schout, 2003). Een potentieel voordeel van biotests is dat zij in staat zijn om onbekende of nieuwe toxische stoffen te detecteren, verbindingen die niet analytisch-chemisch in de CTT gemeten worden (Maas en van den Heuvel-Greve, 2004). Een tweede voordeel van biotests is de mogelijkheid om het effect van een combinatie van toxische stoffen te detecteren. In opdracht van RWS-DGW evalueert het RIKZ drie bestaande (Corophium v., Microtox-SP en Dr. Calux) en twee nieuwe biotests (chronische Corophium v. en Echinocardium c.). Daarbij wordt ook gekeken of de biotests in voldoende mate een vangnetfunctie kunnen vervullen voor de "nieuwe stoffenproblematiek". Het RIKZ heeft aan Stichting De Noordzee (SDN) de opdracht gegeven een bijdrage te leveren aan deze evaluatie. De hoofdvraag van dit rapport is: 'Voldoen de huidige drie CTT-biotests en de twee nieuwe tests aan de vangnetfunctie voor 'nieuwe stoffen', of is een uitbreiding van het instrumentarium wenselijk?'.Evaluatie Biotes