MOVE bodemdieren: Effecten van verruiming op de biomassa bodemdieren in de Westerschelde 1990-2001

In de zomer van 1997 is men begonnen met het verdiepen van de Westerschelde ten behoeve van de scheepvaart naar Antwerpen. De verdiepingswerkzaamheden hebben invloed op de hydrologie, morfologie, chemie en biologie van de Westerschelde. Om deze omvang van veranderingen in kaart te brengen is het project Monitoring Verdieping Westerschelde (MOVE) opgestart. Met betrekking tot de bodemdieren is in 1997 door De Jong et al. een hypothese opgesteld: De jaargemiddelde biomassa aan bodemdieren op platen, slikken en in de ondiepwater gebieden in het westelijk, midden en oostelijk deel van de Westerschelde zullen respectievelijk met ca. 5, 20 en 10% toe genomen zijn in het jaar 2021. Deze hypothese is gebaseerd op de te verwachtte veranderingen in ecotoop arealen. Op basis van analyse kan worden geconcludeerd dat, gezien de grote variatie tussen de jaren, er vooralsnog geen reden is om de hypothese van De Jong et al. te verwerpen. Mocht er bij een volgende evaluatie blijken dat de relatief lage biomassa's die zijn aangetroffen in de jaren na de verruiming (1999 t/m 2001) ook in de komende jaren worden waargenomen, en dus structureel is en niet veroorzaakt wordt door toeval, dan heeft de verruiming mogelijk negatieve effecten gehad voor de biomassa aan bodemdieren in de Westerschelde. Dit is tegengesteld aan verwachtingen zoals gesteld in de hypothese.Zeemov