Archeologisch proefsleuvenonderzoek aan de Grote Beerstraat te Groningen, gemeente Groningen (GR)

MUG Ingenieursbureau b.v. adviseert om alle toekomstige werkzaamheden waarbij de kans bestaat archeologische lagen te verstoren minimaal archeologisch te begeleiden (bij infrastructurele werkzaamheden als het leggen van riolering en kabels en leidingen) of op te graven (bij bodemingrepen over grote oppervlakten). Op de onderzoekslocatie zijn aanwijzingen voor de aanwezigheid van een laatmiddeleeuwse nederzetting gevonden, vermoedelijk een steenhuis. De geadviseerde strategie moet behalve het documenteren van aanwezige archeologische resten ook de precieze aard en omvang van de middeleeuwse vindplaats vaststellen. Omdat de vindplaats al deels is verstoord en de exacte aard van de vindplaats nog niet bekend is wordt (op dit moment) niet gekozen voor behoud in situ. De vindplaats is mogelijk deels verstoord door (sub)recente bouwwerkzaamheden. Door kunstmatige ophoging van het terrein in de jaren ’60 van de vorige eeuw is het intacte deel van het onderzoeksgebied waarschijnlijk goed bewaard gebleven. De dikte van de ophogingslaag is maximaal circa 1 m dik, maar omdat het afgedekte terrein mogelijk een (sterk) reliëf heeft gehad valt niet uit te sluiten dat op mindere diepte al archeologische lagen aanwezig kunnen zijn. De voormalige bouwvoor is onder de ophoging nog aanwezig en kan archeologische resten bevatten. In het onderzoeksgebied zijn vondsten uit 13e en/of 14e eeuw gevonden. De context van de vondsten kan, door de beperkte omvang van het proefsleuvenonderzoek, niet nader geduid worden dan als een soort dumpplaats van nederzettingsafval uit genoemde periode. Door de vondst van stukken kloostermop, geïmporteerd steengoed en de pijl van een kruisboog lijkt echter geen sprake te zijn van een doorsnee boerderijplaats. Nader onderzoek naar de locatie, aan de hand van oude luchtfoto`s, kaartmateriaal en literatuur geeft het sterke vermoeden dat er in het onderzoeksgebied mogelijk een steenhuis heeft gestaan, aan een oude meander van de Drentse A, of een gekanaliseerde vorm daarvan, het in middeleeuwse geschriften vermelde ‘Westerdiep’. Een andersoortige vindplaats kan ook niet uitgesloten worden, maar duidelijk is dat er sprake is van bewoning of gebruik van het terrein in de late middeleeuwen. De bovenstaande adviezen zijn goedgekeurd en overgenomen door de bevoegde overheid, de gemeente Groningen