Molenwijk, Katwijk, gemeente Katwijk: Archeologisch bureauonderzoek

IDDS Archeologie heeft in juni 2015 een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor de Molenwijk in Katwijk, gemeente Katwijk. De aanleiding voor dit onderzoek is de aanleg van nieuwe kabels en leidingen. De diepte van de bodemverstoring die hierdoor optreedt, is 3 m –mv. Het doel van het bureauonderzoek is het opstellen van een gespecificeerde verwachting voor het plangebied. Dit gebeurt aan de hand van bestaande bronnen over bekende en verwachte archeologische waarden binnen het plangebied. Op basis van de resultaten van het onderzoek worden aanbevelingen gedaan over eventueel behoud of vervolgonderzoek. Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied is gelegen op de overgang van een duinlandschap in het noordwesten naar een rivierlandschap in het zuidoosten. In de diepe ondergrond kunnen estuariumafzettingen worden aangetroffen. Archeologisch onderzoek op het naastgelegen terrein van de Zanderij heeft aangetoond dat het gebied minimaal bewoond werd vanaf de Late IJzertijd. De vondst van vuursteen uit de Midden Bronstijd, hoewel de exacte vondstlocatie onbekend is, geeft aan dat ook in die periode mogelijk al sprake was van menselijke aanwezigheid in of in de omgeving van het plangebied. De oudste resten (Bronstijd / IJzertijd) kunnen worden aangetroffen op het niveau van de estuariumafzettingen en kunnen bestaan uit sporen van bewoning, begraving en landgebruik. In de hoger gelegen duin- of rivierafzettingen kan sprake zijn van meerdere bewoonbare niveaus waarin archeologische resten uit latere periodes voor kunnen komen. Met name voor de Romeinse tijd geldt een hoge verwachting gezien de ligging van het plangebied binnen de limeszone. Naast sporen van bewoning, begraving en landgebruik kunnen ook sporen van de Romeinse weg in het plangebied aanwezig zijn. Voor de Nieuwe tijd geldt in het plangebied een lage verwachting, met uitzondering van het gebied ter plaatse van de molen. Historisch kaartmateriaal vanaf het begin van de 17e eeuw geeft aan dat, op de molen en een enkel gebouwtje na, het plangebied niet bebouwd was en in gebruik was als weide- of landbouwgrond. De kans op verstoringen in het plangebied is groot. In de zones waar reeds kabels en leidingen gelegen zijn (bijlage 3) worden geen archeologische resten meer verwacht. In de rest van het plangebied wordt verwacht dat minimaal de bovengrond verstoord is ten gevolge van akkerbouw, eventueel afzanding en de aanleg van de woonwijk. Er wordt geadviseerd om in die delen waar nog geen kabels en leidingen aanwezig zijn (bijlage 3) een verkennend archeologisch booronderzoek uit te voeren teneinde de geomorfologische ligging en de (intactheid van de) bodemopbouw vast te stellen