Hulsel De Kanten en Vooreind

Van de vier deelgebieden waarvan in het PvE sprake is zullen er drie worden onderzocht (A, B en C). In deelgebied A werd in het proefsleuvenonderzoek weliswaar een intact bodemprofiel aangetroffen, maar in dit deelgebied bevonden zich verder archeologische resten die wezen op enige menselijke activiteit voorafgaand aan de periode dat dit terrein in gebruik werd genomen als akkerland. Wel werd in de profielen van de aangelegde werkputten aanwijzingen aangetroffen voor een ´oude akkerlaag´in een periode voordat men hier begon met plaggen bemesting. In deelgebied B werd dezelfde oude akkerlaag aangetroffen. Eén enkele ´late´ kogelpotscherf doet hier vermoeden dat deze akkerlaag uit de periode van de Volle Middeleeuwen stamt. Aanlegvondsten afkomstig uit het esdek suggereren dat men hier vanaf ca. 1300 is begonnen met plaggen bemesting. Verder werden in deelgebied B de resten van enkele kleine vierpalige en van één zespalige structuur aangetroffen die over het algemeen door archeologen aangeduid worden als spiekers, maar die een veelvoud aan functies hebben kunnen vervuld. De gelijke oriëntatie doet vermoeden dat ze gelijktijdig in gebruik zijn geweest en het feit dat ze zo dicht bij elkaar staan doet vermoeden dat ze deel hebben uitgemaakt van een erf of nederzetting, waarvan de resten zich verder naar het noorden en oosten zullen uitstrekken. De structuren zelf hebben geen dateerbaar materiaal opgeleverd, maar een drietal scherven uit twee paalgaten in de nabije omgeving duiden op een datering in de Late IJzertijd en/of de Romeinse tijd. Deze sporen werden alle vlakdekkend onderzocht en afgewerkt. In deelgebied C werden geen archeologische resten aangetroffen. Voor zover deze aanwezig zullen zijn geweest, zijn deze waarschijnlijk als gevolg van de aspergeteelt ter plaatse zijn opgeruimd