Een archeologisch bureau-onderzoek en inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Arent van Lierstraat te Puttershoek, gemeente Binnenmaas (ZH): ARC-Rapporten 2010-223

Door de ligging op een rivier-inversierug heeft de onderzoekslocatie een hoge trefkans op archeologische resten en/of sporen uit de periode Neolithicum – Nieuwe Tijd. Op de onderzoekslocatie worden kalkrijke poldervaaggronden verwacht. Op basis van waarnemingen in de omgeving kan worden gesteld dat in elk geval sinds het Neolithicum bewoning heeft plaatsgevonden in de omgeving van de onderzoekslocatie. Het noordelijke deel van de onderzoekslocatie was in 1832 bebouwd (twee gebouwen). In de loop van de tijd hebben er verschillende gebouwen op de onderzoekslocatie gestaan, die nu deels gesloopt zijn. De exacte ligging van de vroegere bebouwing en de mate van verstoring die hierbij is opgetreden, is niet bekend. Mogelijk is door de bebouwing in het verleden een eventuele archeologische vondstlaag verdwenen. Tijdens het verkennende booronderzoek is op de onderzoekslocatie aan het maaiveld opgebrachte grond en een puinverharding aangetroffen. Hieronder is tot 45 a 110 cm –mv een pakket vergraven oeverafzettingen aangetroffen. In de boringen zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen, met uitzondering van puin en baksteen in het vergraven pakket. De oeverafzettingen lopen door tot 135 `a 175 cm –mv en zijn afkomstig van de Oude Maas. Door de verstoring is een eventuele archeologische vondstlaag verdwenen. Onder deze oeverafzettingen worden komafzettingen aangetroffen die geleidelijk overgaan in de oeverafzettingen van de Stroomgordel van Gorkum-Arkel. Hieronder zijn in het noordwesten van de onderzoekslocatie beddingafzettingen van de Stroomgordel van Gorkum-Arkel aangetroffen (560 cm –mv). Door continue sedimentatie vormde deze oeverwal geen aantrekkelijke bewoningsplaats. Geconcludeerd kan worden dat door vergraving van de oeverafzettingen van de Oude Maas de hoge archeologische trefkans niet meer van kracht is. Doordat de dieper gelegen oeverafzettingen van de Stroomgordel van Gorkum-Arkel hoogstwaarschijnlijk geen aantrekkelijke bewoningsplaats vormden, geldt ook hiervoor een lage archeologische trefkans. Bovendien ligt de top van deze afzettingen zo diep dat het onwaarschijnlijk is dat deze door bouwwerkzaamheden aangetast zal worden