Utrecht Plangebied Princetonlaan Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek (verkennende fase): BAAC Rapport V-12.0159

Het onderzoeks- en adviesbureau BAAC bv heeft een archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek uitgevoerd voor het plangebied ‘Princetonlaan’ op de Uithof te Utrecht (gemeente Utrecht). Aanleiding voor het archeologische onderzoek is de geplande aanleg van een ondergrondse opslagtank binnen het plangebied. Hierbij bestaat een gerede kans dat eventueel aanwezige archeologische vindplaatsen zullen worden verstoord. Derhalve dient een archeologisch vooronderzoek plaats te vinden. Op basis van het bureauonderzoek is geconcludeerd dat het plangebied zich in een gebied met een middelhoge archeologische verwachting bevindt voor vindplaatsen uit de periode de steentijd tot en met de bronstijd in de top van het begraven verspoelde dekzandlandschap en een hoge verwachting op het aantreffen van sporen van de middeleeuwse ontginningsas (Hoofddijk) in de ondiepe ondergrond. Uit het verkennende booronderzoek blijkt dat de bodemopbouw dit slechts ten dele onderbouwt. Het verspoelde dekzandlandschap is intact aangetroffen. Het ontbreken van een podzolbodem in de top van het aanwezige verspoelde dekzand duidt er echter op dat de top van het dekzand gedurende vrijwel het gehele Holoceen te nat was voor menselijke bewoning. De middelhoge verwachting op het aantreffen van archeologische resten uit de steentijd en bronstijd is derhalve voor het gehele plangebied naar beneden toe bijgesteld tot laag. De oorspronkelijke poldervaaggrond is als gevolg van (recente) graafwerkzaamheden tot in de C-horizont (komklei) verstoord geraakt. De maximale diepte van de verstoringen reikt tot 2,4 meter beneden huidig maaiveld. Hierbij zijn in een groot deel van het plangebied eventuele restanten van de afgegraven Hoofddijk (middeleeuwse ontginningsas) ook verwijderd. De verwachting op het aantreffen van sporen van deze dijk is hier bij gesteld tot een lage verwachting. Ter plaatse van een drietal boringen hebben de graafwerkzaamheden echter tot een relatief geringe diepte gereikt. Hier is op een diepte van circa 155 cm-mv (0,9 m + NAP) een verstoring in de komklei aangetroffen die mogelijk is te relateren aan de middeleeuwse ontginningsas. Aangezien de mogelijkheid bestaat dat het hier toch recente verstoringen betreft, is de tijdens het bureauonderzoek opgestelde hoge verwachting op het aantreffen van archeologische sporen van de middeleeuwse ontginningsas (Hoofddijk) in de ondiepe ondergrond bijgesteld tot een middelhoge verwachting