IJsselstein Ijsselstein Lage Dijk 30 Booronderzoek: Lage Dijk 30 te IJsselstein

In opdracht van Josch Beheer B.V. heeft ADC ArcheoProjecten een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Lage Dijk 30 in IJsselstein. In het noordwesten van het plangebied zullen twee stallen gesloopt worden en in plaats daarvan zal een paardenstal en een nieuwe schuur gerealiseerd worden. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van een projectprocedure ten behoeve van een aanvraag van een bouwvergunning en was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast. In het in 2011 door Van Rooij opgestelde Plan van Aanpak werd in het plangebied het volgende verwacht: "In het hele plangebied worden archeologische resten verwacht uit het Neolithicum tot en met de Nieuwe tijd op of in de top van de oeverafzettingen van de Lage Dijkse stroomgordel in een archeologische laag tussen 100 en 150 cm beneden het maaiveld. Gezien de reeds aangetroffen archeologische resten in de directe omgeving van het plangebied, worden met name nederzettingsresten uit de IJzertijd tot en met de Romeinse tijd verwacht. Aan en direct onder het maaiveld worden archeologische resten verwacht vanaf de Middeleeuwen tot en met de Nieuwe tijd. De vondstenlaag van deze resten bevindt zich niet dieper dan ca. 30 cm beneden het maaiveld. Gezien het feit dat binnen het plangebied bebouwing aanwezig is, wordt de kans reëel geacht dat als gevolg van de aanleg van funderingssleuven, ter hoogte van de bebouwde delen, de bodem verstoord is." Teneinde deze verwachting te toetsen werd in het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Hierbij zijn 5 boringen tot gemiddeld 2,5 m -mv gezet. De diepe ondergrond van het plangebied bestaat uit beddingafzettingen van de Lage Dijkse meandergordel. In boringen 1 en 5 is een restgeul van deze meandergordel aangetroffen. Hierboven is een pakket oeverafzettingen afgezet, waarschijnlijk behorende tot de Lage Dijkse meandergordel. In de top van dit pakket zijn in boring 4 houtskoolfragmenten gevonden. De oeverafzettingen worden afgedekt door een pakket komafzettingen. Hierin is in boring 1 op ca. 55 cm -mv en in boring 5 op 80 cm -mv een vegetatiehorizont aangetroffen, die in boring 1 houtskoolbrokken bevat. Omdat deze laag door latere komafzettingen wordt afgedekt, zal de vegetatiehorizont waarschijnlijk uit de IJzertijd of Romeinse tijd stammen. ADC ArcheoProjecten adviseert, alleen als de verstoringsdiepte beperkt blijft tot 60 cm -mv of op het grondvlak van de huidige twee stallen gebouwd gaat worden, om geen archeologisch vervolgonderzoek uit te voeren. Het verdient dan wel de aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zoals aangegeven in artikel 53 van de Monumentenwet. Als de verstoringsdiepte dieper is dan 60 cm -mv of buiten het grondvlak van de huidige twee stallen gebouwd gaat worden, adviseert ADC ArcheoProjecten om in het grondvlak van de nieuwe paardenstal een inventariserend veldonderzoek uit te voeren door middel van het aanleggen van proefsleuven (IVO-P), teneinde gaafheid, omvang, datering en conservering van archeologische resten te onderzoeken. De exacte invulling van de werkzaamheden dient te worden vastgelegd in een door de bevoegde overheid goed te keuren Programma van Eisen (PvE). Wij wijzen u erop dat de bevoegde overheid op basis van dit rapport een selectiebesluit neemt. De mogelijkheid bestaat dat dit selectiebesluit afwijkt van het door ons opgestelde advies