Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek - Proefsleuven Zandoerlese 50-52 te Veldhoven, gemeente Veldhoven (Br.): Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek - Proefsleuven Zandoerlese 50-52 te Veldhoven, gemeente Veldhoven (Br.), Laagland Archeologie Rapport 27.

In verband met de planontwikkeling voor nieuwbouw op het bouwkavel Zandoerleseweg 50-52 diende er een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd te worden. Dit onderzoek is uitgevoerd op 22 september 2016 door Laagland Archeologie. Het onderzoeksgebied ligt in een omgeving waar over een afgelopen periode van minder dan tien jaar een groot aantal archeologische onderzoeken is uitgevoerd in het kader van de ontwikkeling van het woongebied Zilverackers. Zowel ten zuiden als ten noorden van het onderhavige onderzoeksgebied zijn vindplaatsen uit vele archeologische perioden aangetroffen. De kans dat er in het onderzoeksgebied archeologische sporen en resten aanwezig zijn is daarom zeer groot. Het proefsleuvenonderzoek is uitgevoerd conform het PvE en bestond uit het aanleggen van twee sleuven met een totaal oppervlak van circa 200 m2. Op basis van de bevindingen valt te concluderen dat er aanvankelijk er een zuidoost-noordwest route over het terrein liep waarvan karrensporen getuigen. Deze karrensporen zijn in ieder geval ontstaan voordat aan het einde van de late middeleeuwen het plaggendek ontstond. Dat de karrensporen die door BAAC in nieuwe tijd zijn gedateerd jonger hangt samen met de overlap met op historische kaarten traceerbare veldwegen. Het is echter aannemelijk dat oudere karrensporen niet geheel samenvallen met de historische veldwegen en zijn ontstaan voordat de 19e eeuwse verkaveling en veldwegen tot stand is gekomen. Een hardere datering dan de volle middeleeuwen of eerder is vanwege het ontbreken van dateerbaar vondstmateriaal niet te geven. Op enig moment in de 11e of 12e eeuw is het veld ontgonnen. De weg die over het terrein liep is niet langer gebruikt of omgeleid. Het natuurlijke bodemprofiel is uiteindelijk door veelvuldig spitten en ploegen omgewerkt en gehomogeniseerd in de ontstane akkerlaag. Een of meerdere keren is de oude akkerlaag met schoppen of spaden geheel omgespit tot in het onderliggende gele zand. Vanaf het einde van de late middeleeuwen, bij de transitie naar plaggenbemesting, is er een plaggendek ontstaan. Op basis van de KNA-waarderingssystematiek is de vindplaats als behoudenswaardig gekwalificeerd. Voor wat betreft de bouw van de woning is echter geen aanvullend archeologisch onderzoek nodig. Met name het opgraven van het gehele grondvlak van het te bouwen huis, direct grenzend langs proefsleuf 2 zou slechts meer van de al in de proefsleuf aangetroffen greppels en karrensporen opleveren