Gemeente Baarn, Plangebied Zuidereind 4 - Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek (karterende fase): BAAC rapport V-09.0194

Gezien de boringen is het plangebied gesitueerd in een geul van de rivier de Eem, welke verland is. In het plangebied is een boring (lichte) bodemvorming aangetroffen. Het betreft een begraven begroeiingshorizont onder een pakket veen en wijst op pauze in de verlanding van de geul. De locatie in een verlandende geul, dan wel de aanwezigheid van het bovenliggende veen wijzen op zeer vochtige omstandigheden. De kans dat er in het verleden mensen zich hebben gevestigd of anderszins activiteiten hebben ontplooid in het plangebied is laag. Op de eerste kadastrale kaart van omstreeks 1811-1832 is het plangebied nog aangeven als slijkgrond. Mogelijkerwijs hadden nog resten aanwezig kunnen zijn van een vaartuig. Aanwijzingen hiervoor zouden echter gezien de dichtheid van het grid in de boringen naar voren zijn gekomen. Mochten er archeologische resten aanwezig zijn geweest aan de top van de afzettingen zijn deze verstoord dan wel vernietigd. De bovengrond is door bouwactiviteiten in het verleden tot gemiddeld 75 cm -mv verstoord. Bovendien zijn er geen archeologische indicatoren aangetroffen