Lage Giessen 53-I te Hoornaar (gemeente Giessenlanden): Een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek

ADC ArcheoProjecten heeft in oktober 2016 een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd op de locatie Lage Giessen 53-I te Hoornaar, gemeente Giessenlanden. De aanleiding van het onderzoek is de voorgenomen sloop van de huidige agrarische bebouwing en de inrichting van een nieuwe bouwkavel voor een woning. Uit het bureauonderzoek blijkt dat in de ondergrond van het plangebied, beneden ca. 2,5 m –mv, oever- en crevasseafzettingen van een anastomoserend riviersysteem aanwezig kunnen zijn. In de top van deze afzettingen moet rekening worden gehouden met archeologische resten uit het Neolithicum. Een eventuele archeologische vindplaats manifesteert zich waarschijnlijk als archeologische laag: een humeuze en/of ontkalkte laag met fragmenten vuursteen, houtskool en bewoningsafval zoals schelpen. Direct onder het maaiveld kunnen in het hele plangebied archeologische resten aanwezig zijn uit de Late Middeleeuwen en de Nieuwe tijd. Op het historische kaartmateriaal bevindt het bewoningslint zich ten noorden van de Lage Giessen. De kans op bewoningsresten of een intacte woonheuvel is daarom gering. Vanwege de ligging van het potentiële archeologische niveau uit de Late Middeleeuwen en de Nieuwe tijd direct onder het maaiveld is de kans aanwezig dat dit niveau inmiddels verstoord is geraakt of omgewerkt. Teneinde bovenstaande verwachting te toetsen en waar nodig aan te vullen is in het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Tijdens dit onderzoek zijn in het plangebied vijf boringen gezet. Drie hiervan zijn doorgezet tot 200 cm –mv en één boring tot 400 cm –mv. Eén boring is gestuit op 50 cm –mv op een recente puinverharding. Uit het booronderzoek blijkt dat in de ondergrond van het plangebied beneden ca. 310 cm –mv komafzettingen aanwezig zijn van het voormalige anastomoserende rivieren systeem in de Alblasserwaard. Boven de komafzettingen is een dikke veenlaag aangetroffen, met daarboven komafzettingen van de Giessen. Boven de komafzettingen is een 30 tot 50 cm dik recent opgebracht puinpakket aanwezig. Komgebieden zijn in het verleden weinig aantrekkelijk geweest voor bewoning. Als er wel bewoning in de komgebieden plaatsvond, werd hiertoe het maaiveld opgehoogd. Oude ophogingslagen zijn echter tijdens dit booronderzoek niet aangetroffen