Ermelo, Drieërweg 104, Gemeente Ermelo (Gld.). Een Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O): 2017-06/11

In verband met de geplande bouw van een familiehuis is een inventariserend archeologisch veldonderzoek uitgevoerd aan de Drieërweg 104 te Ermelo, gemeente Ermelo, provincie Gelderland. Voor de bouw zijn bodemingrepen nodig waarvan de aard en diepte op het moment van dit onderzoek nog niet precies bekend zijn. Het doel van het onderzoek is om vast te stellen wat de kans is op de aanwezigheid van archeologische waarden. Het inventariserend onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek (protocol 4002) en een veldonderzoek, verkennende en karterende fase (IVO-O; protocol 4003). Bij het bureauonderzoek zijn bronnen geraadpleegd op het gebied van fysische geografie, archeologie en historische geografie. Bij het veldonderzoek zijn tien boringen geplaatst om de opbouw en gaafheid van de bodem te bepalen en om te zoeken naar archeologische materialen. Daarnaast zijn vier profielputten gegraven en beschreven. Plangebied Drieërweg 104 ligt op de flank van de Veluwe. Binnen driehonderd meter omtrek zijn geen archeologische waarden bekend. Op iets grotere afstand liggen grafheuvels uit de periode laat-neolithicum - ijzertijd. Het gebied is aan het begin van de twintigste eeuw beplant met bos. Tijdens de tweede helft van de twintigste eeuw kwam er een camping. De bodem in het plangebied is redelijk bewaard gebleven. Dat betekent dat diepere delen van eventuele archeologische grondsporen ook nog aanwezig kunnen zijn. Het onderzoek heeft geen vondsten opgeleverd zoals bewerkt vuursteen of scherven aardewerk. Aanwijzingen voor de aanwezigheid van een archeologische vindplaats zijn er daardoor niet. Het selectie-advies door senior KNA-prospector drs. J.M.G. Bongers luidt: 'Aangezien het onderzoek geen vondsten heeft opgeleverd, adviseren wij om geen nader archeologisch onderzoek te ondernemen en het terrein vrij te geven. Wel wijzen wij erop dat als bij toekomstig graafwerk onverhoopt toch archeologische grondsporen worden aangetroffen en/of vondsten worden gedaan, dat daarvan direct melding dient te worden gemaakt conform de Erfgoedwet 2015, artikel 5.10 & 5.11