Transect-rapport 449: Archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Maarssen - Herenweg 19a, Gemeente Stichtse Vecht (UT).

Samenvatting Transect heeft in juni 2014 een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek, verkennende fase, uitgevoerd in een plangebied aan de Herenweg 19a te Maarssen (gemeente Stichtse Vecht). De aanleiding voor het onderzoek is een zwembad met een oppervlakte van circa 50 m2 en een diepte (onderkant fundering) van circa 1,8 m –Mv. Het plangebied heeft in het bestemmingsplan een archeologische dubbelbestemming. Voor bodemingrepen die groter zijn dan 50 m2 en dieper reiken dan 30 cm onder maaiveld geldt een archeologische onderzoeksplicht. Deze grenzen worden door het zwembad overschreden. Daarom is onderhavig onderzoek uitgevoerd. Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied een middelhoge verwachting heeft voor het aantreffen van archeologische waarden uit de periode Late Middeleeuwen – Nieuwe Tijd (1.050 na Chr.-heden), in verband met de ontginningsgeschiedenis van de Herenweg. Voor het aantreffen van archeologische waarden uit eerdere perioden geldt een lage verwachting, wegens het ontbreken van aanwijzingen voor geschikte bewoningslocaties in en rond het plangebied (zoals dekzandruggen of -kopjes). Tot aan de Late Middeleeuwen lag het plangebied in een uitgestrekt veenmoeras. Op basis van historisch kaartmateriaal is vastgesteld dat het plangebied in elk geval vanaf de 19e eeuw onbebouwd is geweest en vermoedelijk nog eerder. Vanaf het begin van de 19e eeuw tot aan de tweede helft van de 20e eeuw bestond het plangebied voor de helft uit opgebrachte grond langs de Herenweg en voor de andere helft uit water. In de tweede helft van de 20e eeuw is er grond opgehoogd aan weerszijden van de Herenweg, waardoor het plangebied geheel droog kwam te liggen. Uit het verkennend booronderzoek blijkt dat de bovenste 170-180 cm van de bodem in het plangebied uit opgespoten of opgereden zand bestaat. Volgens het bureauonderzoek is dit zand in de tweede helft van de 20ste eeuw opgebracht en kan dus als recent i.c. niet-archeologisch worden beschouwd. Het onderliggende mesotroof veen vertoont geen veraarde of verteerde trajecten. Ook zijn er geen cultuurlagen tussen het ophoogzand en het veen waargenomen. Hieruit mag worden geconcludeerd dat in het in het plangebied tot 250 cm –Mv geen sprake is van archeologische waarden. Op basis van het bureau- en verkennend booronderzoek worden geen archeologische vervolgmaatregelen geadviseerd