Baarle-Nassau Visweg Proefsleuvenonderzoek: Baarle-Nassau, Visweg

Tussen 20 en 26 maart 2012 heeft ADC ArcheoProjecten een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) in de vorm van proefsleuven uitgevoerd voor het plangebied Baarle-Nassau, Visweg. In het plangebied zal nieuwbouw worden gerealiseerd. Het huidige plangebied ligt tegen de westgrens van het toekomstige randwegtracé rond Baarle-Nassau (NL) en Baarle-Hertog (B), waarvoor in 2008-2009 een grootschalig proefsleuvenonderzoek heeft plaatsgevonden. De zone waar het huidige plangebied zich bevindt is destijds niet onderzocht, maar het situeert zich tussen de vindplaatsen 8 en 9 uit het vooronderzoek, zodat een nauwkeurig verwachtingsmodel kon worden opgesteld. Het plangebied kan opgesplitst worden in een noordelijke en een zuidelijke zone. De zone in het midden, een parkeerplaats, is vooralsnog niet onderzocht. In het lager gelegen noordelijke deel is een veldpodzolbodem aangetroffen, karakteristiek voor relatief natte bodems. Vanwege deze eigenschappen en de nabijheid van een hoger gelegen deel in het zuiden hebben in het noordelijke deel waarschijnlijk weinig menselijke activiteiten plaats gevonden. In de zuidelijke zone is een plaggendek aanwezig. De spoordichtheid is er bovengemiddeld, al komen ook legere zones voor. In totaal werden 27 proefsleuven aangelegd, waaronder 5 dwarssleuven. In de noordelijke zone is één vindplaats benoemd. In werkput 8 zijn een gedeeltelijke spieker uit de Ijzertijd en een middeleeuwse paalkuil aangetroffen, die vermoedelijk een dragende functie heeft gehad. Voor beide periodes is de kans zeer groot dat de bewoningssporen verder gaan buiten de proefsleuven. In de zuidelijke zone werden twee vindplaatsen aangeduid: één grote aaneengesloten vindplaats, met uitsluitend bewoningssporen uit de Ijzertijd (vindplaats 2) en een vindplaats in de zuidwestelijke hoek van het terrein, met bewoningssporen uit de Ijzertijd en mogelijk ook middeleeuwse sporen (vindplaats 3). Vindplaats 4 betreft een verzameling greppels die verspreid over het terrein liggen. De meeste greppels zijn oost-west georiënteerd. Dergelijke greppels zijn ook veelvuldig aangetroffen tijdens het grootschalige onderzoek in 2008-2009. Ze worden in de Late Middeleeuwen of Nieuwe tijd gedateerd. Vindplaats 4 wordt als niet behoudenswaardig gezien. De drie overige vindplaatsen zijn als behoudenswaardig aangemerkt. Zowel bij vindplaats 1 als vindplaats 3 zijn er aanwijzingen voor de aanwezigheid van erven uit zowel de Ijzertijd als de Middeleeuwen. Vindplaats 2 betreft een aaneengesloten gebied met een bovengemiddelde spoordichtheid, waarbij vermoedelijk meerdere zwervende erven zijn aangesneden. De vindplaats sluit aan bij vindplaats 9 uit het archeologisch onderzoek van 2008. Geen enkele vindplaats kan met zekerheid begrensd worden. Indien behoud in situ niet mogelijk is, adviseert ADC ArcheoProjecten vervolgonderzoek voor de drie vindplaatsen in de vorm van een Archeologische Opgraving