Een archeologisch bureau-onderzoek en karterend inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Wachtpoststraat te Venlo (L): ARC-Rapporten 2009-175

De onderzoekslocatie ligt in het Maasdal op een dalvlakteterras uit het Laat-Glaciaal. Op de locatie worden zwarte of bruine enkeerdgronden verwacht. Deze gronden hebben een hoge trefkans op archeologische resten. De omgeving was vanaf het Laat-Glaciaal geschikt voor bewoning, waardoor de archeologische verwachting betrekking heeft op resten vanaf het Laat-Paleolithicum. In het esdek zijn resten uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd te verwachten. De sporen uit de eerdere perioden zijn hieronder te verwachten. Uit het karterend booronderzoek is gebleken dat de bodem op de locatie voor een groot deel is verstoord en dat een deel van het terrein is afgegraven. Het betreft een recente verstoring. In de intacte delen zijn terrasafzettingen van de Maas aangetroffen. Hierin zijn van oorsprong horstpodzolgronden aanwezig. De verwachte enkeerdgronden zijn op de onderzoekslocatie niet aangetroffen. Op basis van het booronderzoek kan niet bepaald worden of het plaggendek geheel verdwenen is of dat deze nooit aanwezig is geweest. Uit het booronderzoek kan geconcludeerd worden dat de hoge archeologische verwachting, die gebaseerd was op de aanwezigheid van enkeerdgronden op de locatie, moet worden bijgesteld. De podzolgronden in de omgeving hebben een lage archeologische verwachting. De aangetroffen podzolbodems in combinatie met de bodemverstoringen, geven de onderzoekslocatie daarmee een lage tot zeer lage trefkans op archeologische resten. Ook zijn geen archeologische indicatoren in de boringen aangetroffen. Er wordt daarom geconcludeerd dat de kans zeer klein is dat er sprake is van een archeologische vindplaats op de locatie