Numansdorp, P+R terrein, Gemeente Cromstrijen (ZH.). Een Archeologisch Bureauonderzoek: Steekproefrapport 2017-11/04

De Steekproef bv heet een plangebied onderzocht voor het P+R terrein te Numansdorp in de gemeente Cromstrijen. De hiervoor benodigde graafactiviteiten kunnen tot aantasting van eventueel aanwezige archeologische waarden leiden. Het onderzoek was gericht op de vaststelling of dergelijke waarden in het plangebied aanwezig kunnen zijn. Het onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek. Het plangebied ligt op een veenontginningsvlakte met getijdenafzettingen in de ondergrond. Het plangebied is bewoonbaar geweest in de ijzertijd en de Romeinse tijd. Bewoningsresten uit deze perioden zijn in de wijde omgeving van het plangebied echter nooit aangetroffen. Indien bewoning in deze periode heeft plaatsgevonden in het plangebied zullen resten hiervan in de veraarde top van het Hollandveen liggen. Doordat het plangebied op een veenontginningsvlakte ligt, moet er vanuit gegaan worden dat de top van dit veen verloren is gegaan. Na de Romeinse tijd tot aan de bedijking van de Numanspolder in de zeventiende eeuw was het gebied onbewoonbaar. Resten uit de middeleeuwen hoeven hier dan ook niet verwacht te worden. Op historische kaarten wordt in het plangebied geen bebouwing aangegeven. Ook in de nabijheid geven deze kaarten geen bebouwing aan. Met resten van bewoning uit de nieuwe tijd hoeft in het plangebied derhalve ook geen rekening te worden gehouden. Gezien het bovenstaande geldt voor het plangebied slechts een middelhoge verwachting voor resten uit de ijzertijd en de Romeinse tijd. Dergelijke resten kunnen alleen aanwezig zijn indien de top van het Hollandveen nog aanwezig is. De kans hierop is echter klein. Selectieadvies (KNA 4.0 VS07) door drs. R.P. Exaltus (senior KNA Prospector) Het plangebied ligt 50 tot 90 centimeter hoger dan het omliggende maaiveld. De aanleg van parkeerplaatsen e.d. in het plangebied vergt nauwelijks diepe bodemingrepen. De kans dat hierbij aantasting van de oorspronkelijke bodem zal plaatsvinden is derhalve gering. Door de vervening die in het verleden heeft plaatsgevonden is de kans op behoudenswaardige archeologische resten uit de ijzertijd en de Romeinse tijd in het plangebied eveneens gering. Bewoningsresten uit overige perioden hoeven in het plangebied niet verwacht te worden. Gezien het bovenstaande geven de resultaten van het bureauonderzoek geen aanleiding tot het adviseren van archeologisch vervolgonderzoek. Het is aan de bevoegde overheid, in dit geval de gemeente Cromstrijen, om te beoordelen of zij met dit advies kan instemmen. In alle gevallen geldt dat indien bij toekomstig graafwerk archeologische vondsten worden gedaan of archeologische grondsporen worden aangetroffen, hiervan direct melding dient te worden gemaakt bij de minister conform de Erfgoedwet 2015, artikels 5.10 & 5.11. Wij adviseren dit te doen bij de gemeente Cromstrijen