Archeologisch Inventariserend Veldonderzoek door middel van verkennende boringen voor de locatie Oogenlust aan de Hees te Eersel, gemeente Eersel: Zuidnederlandse Archeologische Notities 265

In opdracht van de gemeente Eersel heeft ACVU-HBS in november 2011 een Archeologisch Inventariserend Veldonderzoek door middel van verkennende boringen uitgevoerd in het plangebied Oogenlust. Het plangebied bevindt zich aan De Hees ten noordoosten van de rotonde ’t Stuivertje te Eersel. In het kader van de voorgenomen herontwikkeling van het plangebied Oogenlust dient via een bestemmingsplanwijziging een omgevingsvergunning aangevraagd te worden. Het bedrijf Oogenlust wil dit perceel kopen en daar hun bedrijfsbebouwing realiseren. Het plangebied heeft een oppervlakte van ca. 5 ha. Conform de Wet op de Archeologische Monumentenzorg en het gemeentelijk beleid dient het plangebied eerst te worden onderzocht op de aanwezigheid van archeologische waarden. Op basis van een archeologische quickscan en de gemeentelijke archeologische verwachtingen en waardenkaart van de gemeente Eersel is informatie verworven over bekende en verwachte archeologische waarden. Er geldt een hoge archeologische verwachting voor de late prehistorie en een middelhoge archeologische verwachting voor de vroege prehistorie, de Romeinse tijd, Middeleeuwen en de Nieuwe tijd. Landschappelijk is het plangebied gelegen op lage dekzandruggen met een esdek. Archeologische resten kunnen in het grootste deel van het plangebied vanaf 50 cm –mv verwacht worden, direct onder de donkere bouwvoor. Aan archeologische resten worden vooral sporen van (paal)kuilen en greppels en vondsten van aardewerk, natuursteen en in mindere mate metaal verwacht. Bij het verkennend booronderzoek zijn in het plangebied dekzanden aangetoond behorend tot de Formatie van Boxtel met daar bovenop een onverstoord plaggendek. Een duidelijk verschil in dikte en het aantal fases in het plaggendek en een ruimtelijke verdeling van donkerdere dan wel valere minerale eerdlagen kan direct aan het historisch bekende landgebruik worden gekoppeld. Er zijn enkele archeologische indicatoren aangetroffen in de minerale eerdlaag. Omdat er een vrijwel onverstoorde bodemopbouw is aangetroffen binnen het plangebied blijft de archeologische verwachting gehandhaafd. Om deze reden wordt geadviseerd om vervolgonderzoek te laten uitvoeren in de vorm van een proefsleuvenonderzoek