Wissenkerke, Dorpsdijk aanleg nieuwe weg (gemeente Noord-Beveland). Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van verkennende boringen.

Het archeologisch bureauonderzoek heeft uitgewezen dat het plangebied pas in de 17e eeuw werd ingepolderd en zich buiten de oude kern van Wissenkerke bevindt. Op één van de historische kaarten wordt bebouwing afgebeeld buiten deze oude kern. Aangezien de locatie van deze bebouwing niet exact wordt weergegeven dient booronderzoek uit te wijzen of zich bebouwing binnen het plangebied bevindt. De oude kaarten vanaf de 18e eeuw vertonen met uitzondering van enkele perceelsgrenzen en perceleringsgreppels geen bebouwing tot in de tweede helft van de 20ste eeuw. In de jaren ’50 is een gebouw aanwezig dat gesloopt wordt tussen de jaren ’50 en ’70. De huidige sloot is aangelegd in de tweede helft van de 20ste eeuw. Aan de hand van dit bureauonderzoek is een archeologisch verwachtingsmodel opgesteld. Er geldt geen verwachting op het aantreffen van archeologische waarden uit het Paleolithicum en het Mesolithicum. Er bestaat een middelhoge verwachting op het aantreffen van archeologische waarden uit het Neolithicum tot en met de Romeinse tijd. De verwachting op het aantreffen van archeologische waarden vanaf de Middeleeuwen tot heden is laag. Het booronderzoek heeft uitgewezen dat de top van het Laagpakket van Walcheren kan worden aangetroffen vanaf 0.35 meter beneden maaiveld (0.38 meter +NAP), net onder de bouwvoor. De top van het Hollandveen Laagpakket is aangetroffen vanaf 2.15 meter beneden maaiveld (1.24 meter – NAP), met uitzondering van boring 4. De top van het Hollandveen Laagpakket is in alle boorstaten licht tot sterk geërodeerd. Vanaf 2.70 meter beneden maaiveld (1.97 meter –NAP) kan de top van het Laagpakket van Wormer worden aangetroffen. In de meeste boringen, met uitzondering van boring 4, is deze top intact. Aangezien in boring 4 geen veenlaag is aangetroffen is de top van het Laagpakket van Wormer mogelijk licht geërodeerd. In geen van de boringen zijn archeologische indicatoren aangetroffen die wijzen op de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen. Aan de hand van de resultaten van het bureauonderzoek en de voorheen reeds uitgevoerde booronderzoeken kan onderstaand gespecifieerd verwachtingsmodel worden opgesteld: - Neolithicum: de middelhoge verwachting op het aantreffen van archeologische waarden uit het neolithicum blijft gehandhaafd. De boorstaten tonen aan dat de top van het Laagpakket van Wormer over het gehele plangebied niet verstoord is, met uitzondering van 1 locatie. Deze waarden kunnen worden aangetroffen vanaf 2.70 meter beneden maaiveld (1.97 meter – NAP). Bij toekomstige planontwikkeling dieper dan voornoemde diepte dient rekening gehouden te worden dat voor deze werkzaamheden een onderzoeksplicht blijft bestaan. - Bronstijd tot en met Romeinse Tijd: de middelhoge verwachting moet worden bijgesteld naar laag. De boorstaten hebben uitgewezen dat de top van het Hollandveen Laagpakket geërodeerd is. Hierdoor zijn de eventuele archeologische waarden (volledig) verstoord. Het Hollandveen Laagpakket kan worden aangetroffen vanaf 2.15 meter beneden maaiveld (1.24 meter –NAP). - Vroege middeleeuwen tot en met de tweede helft van de 17e eeuw: voor deze periode kan de lage verwachting worden gehandhaafd. Het gebied werd pas rond 1650 ingepolderd en bewoond. - Nieuwe Tijd (vanaf 2e helft 17e eeuw): de lage verwachting vanaf de tweede helft van de 17e eeuw blijft onveranderd. Het gebied is pas rond 1650 ingepolderd. Analyse van de oude kaarten, Topografische kaarten en de boorstaten hebben aangetoond dat het gebied geen bebouwing kent tot de tweede helft van de 19e eeuw. Archeologische vindplaatsen uit deze periode kunnen worden aangetroffen vanaf het maaiveld. Op basis van bovenstaande bevindingen en de huidige planvorming wordt binnen het plangebied archeologisch vervolgonderzoek niet noodzakelijk geacht