Ermelo Wiekslag 6 Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek: rapport 2673

ADC ArcheoProjecten heeft een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Wiekslag 6 in Ermelo. In het plangebied zullen twee woningen gebouwd worden. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van een omgevingsvergunning en was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast. Op basis van het bureauonderzoek werden in het hele plangebied archeologische resten verwacht uit het Laat-Paleolithicum tot de Nieuwe tijd onderin het plaggendek en in de top van de oorspronkelijke C-horizont. Archeologische vondsten zullen zich bevinden in een zogenaamde cultuurlaag: een doorwerkte oude bodem tussen het plaggendek en de ongeroerde ondergrond met kleine fragmenten aardewerk, natuursteen, vuursteen of houtskool. Archeologische sporen zullen zich naar verwachting bevinden tot ongeveer 25 cm in de top van de C-horizont. De beperkte beschikbare gegevens laten niet toe, het complextype en de omvang van de verwachte resten nader te specificeren. Omdat het plangebied in een heidegebied lag is de verwachting voor archeologische resten uit de Nieuwe tijd laag. Direct onder het maaiveld kunnen nog archeologische resten uit de Late Middeleeuwen aanwezig zijn. Mogelijk kunnen onder het dekzand in de top van de gestuwde pleistocene afzettingen nog archeologisch resten uit het Paleolithicum aanwezig zijn. De top van dit pakket bevindt zich waarschijnlijk op ca. 40 tot 80 cm –mv. Om deze verwachting te toetsen werd in het plangebied een inventariserend veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Hieruit bleek dat de ondergrond van het plangebied uit glaciale afzettingen bestaat. In de top van deze afzettingen is een podzolbodem gevormd, waarvan de B-horizont nog intact is. De glaciale afzettingen worden afgedekt door een 100 tot 120 cm dik plaggendek. Aangezien het gebied pas in het begin van de 19e eeuw ontgonnen is, betreft het vermoedelijk een relatief jonge ophoging. In het plangebied heeft bodemvorming opgetreden en is in de Late Middeleeuwen of Nieuwe tijd door middel van plaggenbemesting een 100 tot 120 cm dik plaggendek ontstaan. In het hele plangebied is de B-horizont intact gebleven en dus zal een archeologisch sporenniveau goed geconserveerd zijn. ADC ArcheoProjecten adviseert, als de verstoringsdiepte meer dan 80 cm –mv bedraagt, om een inventariserend veldonderzoek uit te voeren door middel van het aanleggen van proefsleuven (IVO-P), teneinde gaafheid, omvang, datering en conservering van archeologische resten te onderzoeken