Gemeente Almelo, Pastoor Ossestraat 1 te Bornerbroek Bureauonderzoek en archeologisch inventariserend veldonderzoek, karterende fase: BAAC rapport V07.0331

Uit historische kaarten blijkt dat het plangebied altijd onbebouwd is geweest tot minimaal 1941. De huidige bebouwing is zeer waarschijnlijk de eerste ontwikkeling van het gebied. In het plangebied zelf zijn geen archeologische waarden bekend. Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek kan gesteld worden dat archeologische waarden in het gehele plangebied verwacht worden. De verwachting is middelhoog, echter ter plekke van het nu aanwezige kantoorgebouw is de verwachting laag tot middelhoog. Specifieke verwachting: grafveld en nederzettingsterrein uit de Late-Bronstijd tot en met de Vroege-IJzertijd, oudere perioden zijn niet uitgesloten. Eventueel aanwezige archeologische resten werden verwacht in de bovenste 50-80 cm van het bodemprofiel. Naar aanleiding van het veldonderzoek kan gesteld worden dat eventuele archeologische resten verwacht kunnen worden op 60-130 -cm. Dit niveau is nog onverstoord. Bij het inventariserend veldonderzoek, karterende fase zijn geen archeologische resten aangetroffen. Echter, vanwege de nabijheid van een vondstmelding die duidt op de aanwezigheid van een grafveld en de intactheid van de bodem onder het voormalige plaggendek kunnen nog steeds sporen verwacht worden van een grafveld. Ter plaatse van een grafveld kunnen grondsporen en resten van begravingen (urnen met crematieresten en grafgiften) worden verwacht. Ter plaatse van het huidige kantoorpand (circa 30% van het totale oppervlak) is de bodemopbouw vermoedelijk verstoord. De mate van de verstoring is niet bekend. In het overige deel van het plangebied bestaat de bodem vanaf het maaiveld uit een laag van 40 a 60 cm dik opgebracht of verrommelde grond. In de verrommelde laag is in een aantal gevallen de oorspronkelijke bouwvoor met de onderliggende laag verploegd. Vanaf de B-horizont is de bodem intact, zodat de archeologische sporen van een grafveld eveneens nog intact aanwezig kunnen zijn. Bij het verwijderen van de humeuze bovengrond en ontgraving tot 3 m in het gele zand worden archeologische resten bedreigd