Doctor Schaepmanstraat 2, Wateringen, gemeente Westland: een bureau- en inventariserend veldonderzoek in de vorm van boringen

Bureau voor Archeologie heeft een bureau- en booronderzoek uitgevoerd voor sloop en nieuwbouw van een school aan de Doctor Schaepmanstraat 2 te Wateringen. Het onderzoek is uitgevoerd in overeenstemming met de richtlijnen van de KNA, protocollen 4002 en 4003. In het kader van het onderzoek zijn kaarten, databases en literatuur geraadpleegd om te komen tot een gespecificeerde archeologische verwachting van het gebied. Het voornemen bestaat om basisschool Pius X te slopen, uitgezonderd de gymzaal, en te vervangen door nieuwbouw. Het plangebied heeft een oppervlak van ongeveer 1.330 m2. Het plangebied ligt in het West-Nederlandse kustgebied. De top van de Pleistocene ondergrond ligt op ongeveer -20 m NAP. Hierop liggen marine afzettingen afgewisseld met veen. In het plangebied liggen afzettingen van de Gantel. Op en in de afzettingen van de Gantel kunnen archeologische resten uit de IJzertijd en recenter aanwezig zijn. In het plangebied zijn vijf boringen gezet tot maximaal vier meter diepte. Hieruit blijkt dat het bodemprofiel binnen deze vier meter bestaat uit Oude Duin en Strandzanden die worden afgedekt door veen, wad-kwelderafzettingen (Hoekpolder Laag) en oeverafzettingen (Gantel Laag en al dan niet Laag van Poeldijk). De top van elk geologisch pakket vormt een potentieel archeologisch niveau. Van deze niveaus liggen de top Gantel Laag en evt. Poeldijk laag binnen het bereik van de graafwerkzaamheden die voor de bouw van de school noodzakelijk zijn (1 m -mv). In dit niveau zijn geen archeologische indicatoren aanwezig die wijzen op de aanwezigheid van een nederzettingsterrein. Op basis van het booronderzoek kan echter niet worden uitgesloten dat archeologische waarden zonder sporenniveau aanwezig zijn zoals greppels, wegen, grafvelden, ploegsporen en palenrijen. Omdat aanwijzingen voor de aanwezigheid van een nederzettingsterrein ontbreken, is de kans op de aanwezigheid van behoudenswaardige archeologische resten klein. Bureau voor Archeologie adviseert daarom het plangebied vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Dit onderzoek is met grote zorgvuldigheid uitgevoerd. Het is echter nooit uit te sluiten dat toch archeologische resten worden aangetroffen bij de graafwerkzaamheden. Eventuele archeologische resten is men verplicht te melden bij de Minister van OCW in overeenstemming met artikel 53 van de Monumentenwet uit 1988. In dit geval wordt aangeraden om contact op te nemen met de gemeente Westland