Maankwartier te Heerlen: Inventariserend veldonderzoek d.m.v. proefsleuven

De aanleiding voor het hier gerapporteerde onderzoek is de herinrichting van het stationsgebied. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de BRO Tegelen. Bij het vooronderzoek is vastgesteld dat enkel de bovenzijde van het bodemprofiel is verstoord, maar op een dieper niveau vrijwel een intacte bodem aanwezig is en daarom kunnen resten vanaf het paleolithicum tot en met de nieuwe tijd binnen het plangebied worden verwacht. Doelstelling Het onderzoeksgebied betreft twee deelgebieden die nader onderzocht dienen te worden. In het noordelijke deel is een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd. In het zuidelijke deel zal een archeologische begeleiding plaatsvinden. Deze rapportage omvat enkel het proefsleuvenonderzoek dat in het noordelijk deel van het plangebied is uitgevoerd. Het doel van een proefsleuvenonderzoek is het inventariseren en begrenzen van de op het terrein (mogelijk) aanwezige archeologische waarden en het bepalen van de gaafheid en conservering van eventuele vindplaatsen en archeologische resten. Van de archeologische waarden wordt een karakterisering gegeven, waarbij tenminste de volgende aspecten aan de orde zijn: periodeaanduiding, geofysische context, aard (typering) teneinde tot waardestelling te kunnen komen. Gevolgde onderzoeksmethode Het onderzoek binnen het plangebied Maankwartier te Heerlen is op 26 tot en met 28 april 2011 uitgevoerd volgens de uitgangspunten en randvoorwaarden zoals vastgelegd in het Programma van Eisen (PvE) dat is opgesteld door ir. B.A. van der Linden, d.d. 8 december 2010. Het puttenplan is in een later stadium aangepast in verband met de aanwezige spoorlijn. Daarbij zijn alle vijf sleuven ingekort: drie sleuven hebben een lengte van 50 m; één sleuf heeft een lengte van 37 m en één sleuf is 30 m lang. Tijdens het veldonderzoek is er geen reden geweest om van het aangepaste puttenplan en de in het PvE beschreven onderzoeksmethodiek af te wijken. In de sleuven is één vlak aangelegd en gedocumenteerd. In elke werkput zijn twee profielkolommen opgeschaafd en gedocumenteerd. Resultaten Tijdens het proefsleuvenonderzoek is gebleken dat zich in de werkputten 1 en 3 tot en met 5 geen archeologische sporen en/of vondsten bevinden. Aan de zuidzijde van werkput 2 is muurwerk aangetroffen, dat op basis van historisch kaartmateriaal aan het einde van de 18e, begin 19e eeuw geplaatst kan worden. Het vormt mogelijk onderdeel van het oudste stationscomplex. De aangetroffen archeologische resten zijn niet behoudenswaardig. Op grond van deze resultaten wordt geen vervolgonderzoek aanbevolen