Schiedam Harreweg 63. Een bureauonderzoek en een verkennend en karterend inventariserend veldonderzoek door middel van grondboringen.: BOORrapporten 612

Tijdens het bureauonderzoek is onder meer gekeken naar de historische situatie, de bodemopbouw en de bekende archeologische waarden in de omgeving van het plangebied. Op basis van het bureauonderzoek gold voor het gehele plangebied dat er een redelijke kans was op de aanwezigheid van archeologische resten uit de Late IJzertijd, een kleine kans op de aanwezigheid van vindplaatsen uit de Romeinse tijd en een redelijke tot grote kans op de aanwezigheid van vindplaatsen uit de Late Middeleeuwen A en B. De boringen toonden de aanwezigheid van een dik pakket geul- en geulnabije sedimenten aan; deze zijn op grond van de Geologische Kaart van Nederland, schaal 1:50.000, blad Rotterdam Oost 37 Oost (NITG-TNO 1998) toe te schrijven aan de Afzettingen van Duinkerke 0 - Laagpakket van Walcheren. De geul heeft zich diep ingesneden in de ondergrond. In twee boringen lag de basis van de afzettingen dieper dan 4 m - mv (de maximale boordiepte); ter plekke van de derde boring heeft de geul zich minder diep ingesneden. Hier was onder de Afzettingen van Duinkerke 0 nog een laag veen aanwezig; onder het veen bevond zich een pakket klastische sedimenten dat tot de Afzettingen van Calais is te rekenen. Het booronderzoek leverde geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische waarden in het plangebied op