Archeologische begeleiding (conform protocol Opgraven) Vispassage Watermolen Hackfort te Vorden in de gemeente Bronckhorst

Econsultancy heeft in opdracht van Waterschap Rijn en IJssel een archeologische begeleiding (protocol Opgraven) uitgevoerd ter plaatse van de gerealiseerde vispassage bij de watermolen van kasteel Hackfort (Baakseweg 6) te Vorden in de gemeente Bronckhorst (zie figuren 1 en 2). Het archeologisch onderzoek is noodzakelijk geacht om te bepalen of er een gerede kans is dat archeologische waarden wel of niet aanwezig (kunnen) zijn in de ondergrond, die door de voorgenomen bodemingrepen kunnen worden aangetast/verloren kunnen gaan. Daarom is het binnen het kader van de Wet op de Archeologische MonumentenZorg uit 2007 (WAMZ), voortvloeiend uit het Verdrag van Malta uit 1992, verplicht voorafgaand archeologisch onderzoek uit te voeren (zie bijlage 3). Doel van de archeologische begeleiding is het documenteren van gegevens en het veiligstellen van materiaal van vindplaatsen om daarmee informatie te behouden die van belang is voor de kennisvorming over het verleden. Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel Op basis van de bekende archeologische waarden in het onderzoeksgebied is geconcludeerd dat, gezien de ligging van het plangebied op een min of meer geïsoleerde dekzandrug in een laag gelegen terrasvlakte, hooguit een middelhoge archeologische verwachting geldt voor archeologische resten uit het Laat-Paleolithicum tot en met de vroege-Middeleeuwen. In verband met de ligging nabij het uit de Late-Middeleeuwen daterende Kasteel Hackfort, geldt een hoge verwachting voor resten uit de Late-Middeleeuwen en de Nieuwe tijd. De verwachting is vooral hoog voor resten die samenhangen met de pal ten noorden van het plangebied gelegen watermolen. Gevolgde onderzoeksmethode Tijdens het veldwerk was er geen reden om van de onderzoeksmethodiek af te wijken zoals beschreven in het PvE. In totaal is circa 40 m2 begeleid. Resultaten Archeologische begeleiding Uit de archeologische begeleiding blijkt dat er archeologische resten binnen het plangebied aanwezig zijn. Deze resten zijn deel van de gegraven molenvijver en molenkolk. Het deel van de molenvijver is gedempt in de late 19e of 20e eeuw (ná 1870 n. Chr.). Het deel van de molenkolk is in verschillende fases gedempt tussen circa 1500 en 1900 n. Chr