Gemeente Stichtse Vecht. Plangebied Hunthum/Sluys Nae te Nieuwersluis. Archeologisch bureauonderzoek.

In opdracht van Eelerwoude heeft het onderzoeks- en adviesbureau BAAC bv een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Hunthum te Nieuwersluis. Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied deel uit maakt van een gebied waar in het Holoceen een circa 6 m dik pakket veen, klei en zand is afgezet. In zowel verticale als horizontale zin kunnen hierdoor verschillende niveaus met elk een eigen archeologische verwachting worden onderscheiden. Aan de pleistocene ondergrond in plangebied (circa 6 m –mv) wordt voor het paleolithicummesolithicum een middelhoge verwachting voor archeologische waarden (vuursteenvindplaatsen) toegekend. Een deel van de pleistocene ondergrond, nl. het noordwestelijke deel van het plangebied, is door de jongere rivieren geërodeerd, waardoor hiervoor een lage verwachting geldt. Het westelijke deel van het plangebied werd vanaf 2900 jaar geleden doorsneden door een rivierloop van het Vecht-Angstelsysteem. De oeverwallen van dit riviersysteem ontstonden in eerste instantie in het centrale deel van het plangebied en later, toen de rivierloop zich na 2300 jaar geleden verplaatste, in het westelijke deel. De oeverwallen vormden vanwege hun hogere ligging aantrekkelijke vestigingsplekken. Voor het centrale deel van het plangebied geldt een hoge verwachting voor archeologische waarden (nederzettingen, grafvelden e.d.) vanaf de bronstijd. Voor het westelijke deel geldt een hoge verwachting vanaf de late middeleeuwen. Aan het oostelijke deel van het plangebied, het komgebied, wordt een lage archeologische verwachting toegekend voor archeologische waarden uit het neolithicum tot en met de vroege middeleeuwen. Vanaf de zeventiende eeuw is het plangebied in gebruik genomen als buitenplaats, waarbij rond de bebouwing classicistische tuinen zijn aangelegd. Voor vrijwel het gehele plangebied geldt derhalve een hoge verwachting voor de resten van de zeventiende-eeuwse tuinaanleg. Gezien de hoge archeologische verwachting en de bestaande inrichting en beplanting van de buitenplaats, wordt geadviseerd een vervolgonderzoek uit te voeren in de vorm van een archeologische begeleiding conform het protocol proefsleuven. Voorafgaand aan dit onderzoek mogen de aanwezige opstallen uitsluitend bovengronds worden gesloopt