Buitenkerk 2 en Kerkstraat 187, Bodegraven (gemeente Bodegraven-Reeuwijk) Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek: rapport 2986

ADC ArcheoProjecten heeft een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Buitenkerk 2 en Kerkstraat 187 in Bodegraven (gemeente Bodegraven-Reeuwijk). In het plangebied wil de opdrachtgever nieuwbouw van een woning realiseren. Voor deze activiteit moet de initiatiefnemer een omgevingsvergunning aanvragen. In het hele plangebied worden archeologische resten verwacht vanaf het Midden Neolithicum tot en met de Nieuwe tijd, op of in de top van de oeverafzettingen van de Oude Rijn stroomgordel. De oeverafzettingen, waarvan de top zich naar verwachting binnen 100 cm -mv bevindt, zijn mogelijk afgedekt met komafzettingen. Op basis van waarnemingen in de omgeving worden vooral resten uit de Romeinse tijd tot en met de Nieuwe tijd verwacht. De archeologische laag bestaat uit een vermenging van onder meer kleine fragmenten aardewerk, houtskool en bot met het oorspronkelijke substraat. Mogelijk zijn in het plangebied nog funderingsresten van oudere bebouwing aanwezig. Hoewel de huidige gebouwen niet onderkelderd zijn, kunnen eventuele archeologische resten bij de aanleg van funderingssleuven plaatselijk zijn verstoord. De bodem tussen de sleuven kan echter nog (gedeeltelijk) intact zijn. In het westelijke en centrale deel van het plangebied is een bodemsanering uitgevoerd, waarbij de bodem 0,7 tot 2,0 m -mv is ontgraven. Aan de noord- en zuidoostzijde bevinden zich ondergrondse tanks en putten. Aangezien het archeologisch niveau zich naar verwachting op circa 1,0 m -mv bevindt, zullen eventuele resten in deze delen van het plangebied vrijwel volledig vernietigd zijn. Teneinde bovengenoemde verwachting te toetsen werd in het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Onderin de boringen 3 en 4, beneden 330 tot 260 cm -mv, zijn beddingafzettingen, vermoedelijk van de Oude Rijn, aangetroffen. Deze worden afgedekt door een 110 tot 120 cm dik pakket oeverafzettingen, bestaande uit matig tot sterk siltige klei. De oeverafzettingen worden op hun beurt afgedekt door een 220 tot 140 cm dik pakket subrecent ophoogzand. In de boringen 3 en 4 is in of op de oeverafzettingen geen archeologisch niveau waargenomen. Vermoedelijk is bij de sloop van de houtmeubelfabriek, de aanleg van de huidige bebouwing en de latere bodemsanering de top van de oeverafzettingen alsook de laat- en/of postmiddeleeuwse ophoging afgegraven. In de boringen 1 en 2 kon vanwege ondoordringbaar materiaal in de bovengrond de bodemopbouw niet vastgesteld worden