Aanvullend Archeologisch Onderzoek in het tracé van de Betuweroute, vindplaats 15, Kesteren/Lienden: RAM 36

Op verzoek van de Nederlandse Spoorwegen Railinfrabeheer Managementgroep Betuweroute heeft de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek een Aanvullend Archeologisch Onderzoek (AAO) uitgevoerd in de gemeente Kesteren. Het object van onderzoek was een terrein (toponiem: Lienden) direct ten noorden van de rijksweg A15, op de grens van Lienden en Kesteren. Deze vindplaats is in 1994 ontdekt door de Stichting Regionaal Archeologisch Archiverings Project tijdens een boorcampagne. Vindplaats 15 ligt in het tracé van de Betuweroute en wordt door de aanleg van het cunet bedreigd. Het doel van het AAO was inzicht te verkrijgen in de datering, de aard en de kwaliteit van deze vindplaats ten behoeve van een definitieve waardering, op grond waarvan beslist kan worden of het terrein in aanmerking komt voor opgraving of fysieke bescherming. Daartoe zijn zes putten aangelegd, tezamen 62 m2. Tijdens het AAO zijn twee door een steriele laag van elkaar gescheiden archeologische lagen uit de Bronstijd aangetroffen. Op grond van het aangetroffen aardewerk behoort de onderste tot de Wikkeldraadcultuur uit de Vroege Bronstijd (ca. 1700-1050 v. Chr.). De bovenste vondstlaag moet aan de Hilversumcultuur uit de Midden-Bronstijd (ca. 1700-1050 v. Chr.) worden toegeschreven. Naar het zich laat aanzien, betreft het hier vooral een gevorderde of late fase van deze cultuur (ca. 1500-1100 v. Chr.). Van de laag uit de Vroege Bronstijd is uiteindelijk 0,02 m2 handmatig geschaafd en 0,83 m3 nat gezeefd. Van de Midden-Bronstijdlaag is in totaal 44,87 m2 met de hand geschaafd en 0,73 m3 nat gezeefd. De kern van de Midden-Bronstijdsite blijkt gelegen te zijn op komafzettingen die op oever- of crevasseafzettingen rusten; de westelijke periferie van deze site ligt op oeverafzettingen. Onder deze oeverafzettingen is de site uit de Vroege Bronstijd gesitueerd, die eveneens op oeverafzettingen is gelegen. Beide sites uit de Bronstijd zijn als nederzettingen te beschouwen. De site uit de Midden-Bronstijd heeft een oppervlakte van minimaal 5000 m2. Aangetroffen zijn antropogene grondsporen (paalsporen en mogelijk kuilen) en diverse mobilia, te weten aardewerk, verbrande klei of leem, vuur- en natuursteen (bewerkt en onbewerkt) en ecologische resten. Vermoedelijk zijn hier enkele huisplattegronden aanwezig. De site uit de Vroege Bronstijd heeft een omvang van ca. 520 m2; vermoedelijk heeft hier één huis gestaan. Op ca. 1,60 m -mv zijn verder tijdens het fysisch-geografisch booronderzoek mogelijk neolithische vondsten gedaan, hoewel deze ook 'ruis' van de genoemde site uit de Vroege Bronstijd kunnen zijn. Stratigrafisch boven de Midden-Bronstijdlaag zijn, ten slotte, enkele scherven van Romeins aardewerk en mogelijk een greppel uit die periode ontdekt. Deze archeologische resten lijken deel uit te maken van de Romeinse site op vindplaats 16 (Kesteren/ De Woerd). Een proefsleuf op de laatste vindplaats heeft bovendien duidelijk gemaakt dat hier een uitloper ligt van de Midden-Bronstijdsite van vindplaats 15. Vindplaats 15 is behoudenswaardig, vooral gezien de zeldzaamheid en de hoge archeologische contextwaarde