Een archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van bureau-onderzoek, boringen en veldkartering, aan de Harlingerweg te Kimswerd, gemeente Wunseradiel (Fr.): ARC-Rapporten 2005-85

De aanleiding tot het uitvoeren van een archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) is de geplande nieuwbouw van een multifunctioneel complex (MFC) op een perceel aan de Harlingerweg te Kimswerd. Conform het verdrag van Malta en de door de provincie Fryslˆan gehanteerde advieskaarten is een archeologische waardering van het plangebied voorafgaand aan de bouwactiviteiten noodzakelijk. In opdracht van architectenbureau Zijlstra te Bakhuizen is dit onderzoek, via tussenkomst van BugelHajema Adviseurs te Leeuwarden, door Archaeological Research &Consultancy (ARC bv) uitgevoerd. Het bureauonderzoek werd uitgevoerd door mw. drs. S.A. Mulder, het verkennend booronderzoek en de oppervlaktekartering zijn door mw. drs. G.M.A. Bergsma en dhr. A. Wieringa uitgevoerd. Conclusies en aanbeveling: Door het booronderzoek is aangetoond dat er in het verleden op het terrein sprake is geweest van menselijke activiteit. In de ondergrond ligt een kwelderlaag met daarop een oeverwal. Een duidelijke terpzool is in de boringen niet waargenomen, maar ook niet uit te sluiten. Met uitzondering van boringen 11, 13 en 15 is in alle boringen fosfaat waargenomen. De aanwezigheid van fosfaat duidt op langdurige bewoning of gebruik van het gebied. De aanwezigheid van archeologische indicatoren (houtskool en aardewerk)in de boringen 11 en 20, en de als antropogeen geinterpreteerde lagen in boringen 3, 7, 18, 19 en 20 bevestigen dit beeld. Het uitgevoerde booronderzoek heeft aangetoond dat er sprake is van archeologische sporen in de ondergrond van de ijsbaan en het kaatsveld te Kimswerd. Deze sporen kunnen in verband gebracht worden met de in en om Kimswerd gelegen terpen. De archeologische betekenis van de grondsporen is echter in het booronderzoek moeilijk vast te stellen. Aangezien er in de toekomst bodemverstorende activiteiten gaan plaatsvinden, die het bodemarchief zullen vernietigen dan wel beschadigen, wordt een vervolgonderzoek door middel van proefsleuven aanbevolen. Door middel van proefsleuven kan namelijk de waarde en betekenis van het bodemarchief ter plaatse bepaald worden. Voor verdere invulling van de archeologische waarde van het terrein en over de eventueel te nemen vervolgstappen beslist de Provinciaal Archeoloog van Friesland