Uitbreiding Hoorner Eng: Laat-prehistorische bewoningsresten en een grafveld op de Hoorner Eng

In alle drie de deelgebieden is sprake van de aanwezigheid van archeologische resten en kunnen we dus spreken van een vindplaats. Binnen deelgebied A is de vindplaats het meest omvangrijk en archeologisch het meest interessant. Het gaat om een uitgestrekt terrein met resten uit de prehistorie. Het gebruik van deze vindplaats sterkt zich uit over een aanzienlijke periode, van in ieder geval de vroege bronstijd tot en met de vroege ijzertijd en wellicht zelfs late ijzer- of Romeinse tijd. De aangetroffen resten zijn toe te schrijven aan nederzettinsgactiviteiten, begravingen en mogelijk ambachtelijke activiteiten geassocieerd met ijzerwinning. Beide andere deelgebieden hebben slechts zeer gelokaliseerd in het noorden van B-1 en C archeologische resten opgeleverd. Op een houtskoolmeiler na, die in verband gebracht kan worden met dezelfde type sporen in deelgebied A, bestaan de sporen binnen B-1 uit enkele paalsporen van waarschijnlijk post-prehistorische ouderdom. In deelgebied C beperken de sporen zich tot de laatste categorie en houden ze wellicht verband met het gebruik van de Eeuwlandseweg