Wolphaartsdijk Van Strienweg, Gemeente Goes. Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van verkennende boringen

Binnen het plangebied werden onmiddellijk onder de bouwvoor natuurlijke afzettingen van het Laagpakket van Walcheren vastgesteld. Bovenaan bestaan ze tot ca. 0,70/1,60 meter –mv uit klei, vervolgens tussen 0,70/1,60 en 1,60/2,00 meter –mv uit zand en vervolgens tussen 1,60/2,00 en 2,40/3,00 meter –mv uit klei. Dit wijst erop dat het onderzoeksgebied lange tijd onder invloed heeft gestaan van de ten zuiden ervan gelegen geul Het Schenge. Tot eind 17e eeuw, dus tot vóór de bedijking, maakte het plangebied deel uit van een slikken- en schorrengebied. Op een diepte tussen 2,45 en 3,00 meter –mv (2,20 en 2,54 meter –NAP) werd het Hollandveen Laagpakket aangetroffen, waarvan de top niet meer intact was door de erosieve werking van de geul. De top van het onder het Hollandveen gelegen Laagpakket van Wormer is dan weer wel intact. In geen enkele laag werden duidelijk ontwikkelde bodems, noch oude afgedekte niveaus aangetroffen, noch archeologische indicatoren vastgesteld. Vandaar dat de middelhoge archeologische verwachting op het niveau van het Laagpakket van Walcheren naar beneden toe dient te worden bijgesteld. Ook de middelhoge archeologische verwachting voor het niveau van het Hollandveen kan worden bijgesteld naar laag aangezien de top niet meer intact is. In alle boringen werden onder het veen intacte afzettingen van het Laagpakket van Wormer vastgesteld. Hier kan de lage archeologische verwachting gehandhaafd worden