Kasteellaan 3 te Meeuwen: Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek verkennende fase

Archeodienst BV heeft een bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase (IVO-O(verig); booronderzoek) uitgevoerd in het plangebied aan de Kasteellaan 3 in Meeuwen (gemeente Aalburg). Het onderzoek is uitgevoerd voor de aanvraag van een bestemmingsplanwijziging in verband met de uitbreiding van het bouwvlak ten behoeve van de mestopslag en de bouw van een loods. De bodem zal door graafwerkzaamheden dieper worden verstoord dan 30 cm beneden maaiveld. Eventueel aanwezige archeologische resten zullen daarbij verloren gaan. Archeologische interpretatie Binnen 2,0 m -mv zijn geen oever- en/of beddingafzettingen van de stroomgordels van Biesheuvel-Hamer en Dussen aangetroffen. Juist vanwege de verwachte aanwezigheid van deze afzettingen is aan het plangebied op de archeologiekaart van de gemeente Aalburg een hoge verwachting toegekend aan het plangebied. Er zijn komafzettingen aangetroffen, die duiden op een relatief laag gelegen en natte omstandigheden, waardoor het plangebied niet geschikt is voor bewoning. Dit geldt ook voor de eventuele resten die mogelijk met het kasteelterrein samenhangen. Deze moet worden gezocht in die delen van het landschap waar de stroomgordels wel aanwezig zijn, zoals ten westen en ten zuiden van het plangebied (Fig. 2.1 en Fig. 2.2, historische kern). In de laatste versie van het ontwerpplan (Fig. 1.2) is ten oosten van de geplande loods struweelbeplanting gepland. Deze ligt ook in de zone met komafzettingen, waardoor deze zone ook niet geschikt was voor bewoning. De aangetroffen intacte poldervaaggrond in de komafzettingen zegt niets over het al dan niet aanwezig zijn van archeologische resten. Ook uit het grondgebruik in het verleden als weiland blijkt dat het gebied van oorsprong relatief nat moet zijn geweest. Het is onduidelijk of er in het plangebied op een dieper niveau nog stroomgordels aanwezig zijn. Daarom wordt de onbekend verwachting uit het bureauonderzoek voor vindplaatsen uit het Laat- Paleolithicum tot en met Mesolithicum, die alleen gold voor de zones waar alleen oeverafzettingen werden verwacht, uit voorzorg uitgebreid tot het hele plangebied. Het archeologische niveau wordt op 3,5-5,5 m –mv verwacht. Aangezien er komafzettingen en geen oever- en/of beddingafzettingen van de verwachte stroomgordels zijn aangetroffen, kan de hoge verwachting uit het bureauonderzoek, wat betreft de bovenste 2,0 m van de bodem, voor de perioden Neolithicum tot en met Vroege-Middeleeuwen worden bijgesteld naar laag. Aangezien komgebieden relatief laag gelegen en nat zijn, worden hier ook geen resten van bebouwing verwacht die met het kasteelterrein samenhangen. Daarvoor zijn andere delen van het landschap waar de stroomgordel van Dussen wel aanwezig meer geschikt. Daarom wordt de middelhoge verwachting uit het bureauonderzoek voor de perioden Late- Middeleeuwen tot en met Nieuwe tijd bijgesteld naar laag. Advies Op grond van de resultaten van het onderzoek acht Archeodienst BV een archeologisch vervolgonderzoek niet noodzakelijk, zo lang de diepte van de ingrepen de 2,0 m –mv niet overschrijden. Mocht dat wel het geval zijn, dan is aanvullend booronderzoek nodig