Boskantse Broekstraat 7 te Wijchen: Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek, karterende fase

Archeodienst BV heeft een bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek, karterende fase (IVO-O(verig); booronderzoek) uitgevoerd in het plangebied aan de Boskantse Broekstraat 7 in Wijchen (gemeente Wijchen). Het onderzoek is uitgevoerd voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de sloop van een woning en bijgebouwen en de bouw van een nieuwe woning en schuur. Door de graafwerkzaamheden die nodig zijn voor de nieuwbouw kunnen eventueel in de ondergrond aanwezige archeologische resten verloren gaan. Advies Op grond van de resultaten van het onderzoek wordt ter plaatse van het plangebied een archeologische vindplaats verwacht, vermoedelijk uit de IJzertijd – Romeinse tijd. Wanneer voor de bouw van de woning en de schuur dieper gegraven wordt dan de recente laag, wordt het archeologische niveau bedreigd. Concreet betekent dit dat als de graafwerkzaamheden dieper reiken dan respectievelijk 60 of 95 cm beneden maaiveld Archeodienst BV een archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk acht. Daar waar de recente laag 60 cm dik is, ligt de top van de C-horizont (archeologische sporenniveau) op ca. 90 – 100 cm beneden maaiveld (boring 2 t/m 6). Op de locatie waar de recente laag 95 cm dik is, ligt de top van de C-horizont op ca. 130 cm beneden maaiveld (boring 1). Hiermee lijkt er een verband te zijn tussen de dikte van de recent opgebrachte laag en de diepte van het archeologische niveau. Volgens het AHN bedraagt het hoogteverschil tussen boring 1 en de rest van het plangebied ongeveer 30 - 40 cm waaruit volgt dat het hoogteverschil vermoedelijk veroorzaakt wordt door het verschil in dikte van de recent opgebrachte grond en niet door natuurlijk reliëf. Daarom is het AHN-kaartbeeld gebruikt om de zone van 95 cm te begrenzen waarbij is uitgegaan van een dik ophogingspakket ter plaatse van het hoogste gedeelte binnen het plangebied. Mogelijk kan bij de bouw van de woning en schuur rekening met deze dieptes worden gehouden zodat het archeologische niveau in-situ behouden kan blijven en geen vervolgonderzoek nodig is. Als het voor de nieuwbouw van de woning en/of schuur toch noodzakelijk is om dieper te graven en/of voor een fundering op staal (vaste zandondergrond) wordt gekozen, zal wel vervolgonderzoek noodzakelijk zijn