Een archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van bureau-onderzoek en grondboringen op het uitbreidingsterrein Duinterpen Duurzaam, gemeente Sneek (Fr.): ARC-Rapporten 2005-47

Naar aanleiding van het uitbreidingsplan Duinterpen Duurzaam 3, bestaande uit plannen voor woningbouw en de daarbij behorende infrastructuur, heeft de gemeente Sneek aan Archaeological Research & Consultancy (ARC bv) opdracht gegeven tot het uitvoeren van een archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van bureau-onderzoek en grondboringen. Het IVO is uitgevoerd door dr. H. Buitenhuis en dhr. H. Leufering op 2 en 3 mei 2005, en op 27 en 28 juli 2005 door dhr. A. Wieringa, met medewerking van het mechanisch boorbedrijf Sialtech bv. De eerste bouwwerkzaamheden die in het gebied gaan plaatsvinden bestaan uit het ophogen van het terrein met 1,5 tot 2 meter grond. Het uitgevoerde booronderzoek heeft aangetoond dat er geen reden is te veronderstellen dat op het terrein overblijfselen uit de steentijd zijn aan te treffen. Ook zijn er geen indicaties die wijzen op overblijfselen uit de IJzertijd of Middeleeuwen. Het valt echter niet uit te sluiten dat zich in de top van het veen op het terrein toch kleinere plekken bevinden waar zich menselijke activiteiten hebben afgespeeld, dit naar analogie van de vondst van een kleine veenterp bij de stadsrondweg-oost. Hiervoor lijkt alleen het deel ten zuiden van de inbraakgeul in aanmerking te komen. Ten noorden van de geul, waar de katteklei is gevonden, was de bodem zeer zuur, hetgeen bewoning onwaarschijnlijk maakt. Ook in het zuidelijk deel van het terrein lijkt de kans hierop niet erg groot. Gezien de hoge ligging van het veen, het relatief dunne afdekkende kleipakket, en de onverstoordheid van deze klei, lijkt het minder waarschijnlijk dat zich hier toch een kleine (veen)terp heeft bevonden. Er zou verwacht kunnen worden dat in een iets groter gebied, om de hypothetische terp, toch verstoringen plaats hebben gevonden die in de boorkernen zichtbaar zouden zijn. Het is aan het bevoegd gezag, dr. G.J. de Langen, om de afweging te maken om verder onderzoek te doen, bijvoorbeeld door middel van proefsleuven dan wel geen bezwaar te maken tegen de verdere voortgang van de voorgenomen bouwactiviteiten. Deze activiteiten omvatten het ophogen van het terrein met 1,5 tot 2 m grond waarop en waarin de bouwactiviteiten zullen plaatsvinden, waardoor er geen of slechts geringe verstoringen van de huidige ondergrond zullen plaatsvinden