Oud-Vellerseweg/Hessenweg 10 te Barneveld Booronderzoek: Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek

ADC ArcheoProjecten heeft een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Oud Vellerseweg/Hessenweg 10 in Barneveld. Voor deze activiteit moet de initiatiefnemer een omgevingsvergunning aanvragen. Op basis van het bureauonderzoek kunnen in het hele plangebied archeologische resten uit het Laat-Paleolithicum tot en met de Middeleeuwen aanwezig zijn. Het bodemtype in het plangebied bestaat waarschijnlijk uit veldpodzolgronden; Daarom wordt het vondstniveau verwacht in de eerste ca. 50 cm beneden het maaiveld. Archeologische sporen (uitgezonderd diepe paalsporen, waterputten etc.) worden binnen ca. 70 cm beneden het maaiveld verwacht onder een ca. 30 cm dik humeus plaggendek. Op het bestudeerde (historische) kaartmateriaal is het plangebied aangeduid als heide. Omdat het plangebied ca. 50 m ten zuidwesten van een Hessenweg ligt zal het plangebied in de 17e eeuw wellicht al een heideveld zijn geweest. De hessenwegen liepen namelijk door onbebouwde en 'woeste' gronden zodat de bestaande karrensporen en de wegen in dorps- en stadkernen niet door de zware hessenwagens vernield konden worden. In het plangebied worden daarom geen nederzettingsresten uit de Nieuwe tijd verwacht. De beperkte beschikbare gegevens laten niet toe, het complextype en de omvang van de verwachte resten nader te specificeren. In het westen van het plangebied is een gesloopte schuur aanwezig en de bodem (en de verwachte archeologische waarden) zou door de bouw van dit pand verstoord kunnen zijn geraakt. Teneinde deze verwachting te toetsen werd in het plangebied een verkennend booronderzoek bestaande uit vijf boringen uitgevoerd. In boring 1 bleek de oorspronkelijke bodemopbouw nog aanwezig te zijn; Hier is een 20 cm dikke inspoelingshorizont (B-horizont) aangetroffen met daarboven een omgewerkte E-horizont en een 35 cm dik plaggendek (A-horizont). In de overige boringen bleek deze bodemopbouw geheel verstoord te zijn geraakt. Hier is de bodem tot tenminste 80 cm -mv omgewerkt en tot maximaal 195 cm -mv. Omdat in boring 3 in het omgewerkte pakket op 110 cm -mv een stuk glas is aangetroffen, zal het plangebied (sub)recent verstoord zijn geraakt. Omdat de zone waar nog wel een intacte bodem aanwezig is een beperkte oppervlakte heeft is zal de informatiewaarde van een mogelijke archeologische vindplaats in dit gebied laag zijn. ADC ArcheoProjecten adviseert daarom het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij het bevoegde overheid, zoals aangegeven in artikel 53 van de Monumentenwet. Wij wijzen u erop dat de bevoegde overheid op basis van dit rapport een selectiebesluit neemt. De mogelijkheid bestaat dat dit selectiebesluit afwijkt van het door ons opgestelde advies