Archeologisch onderzoek Klapstraat 31 te Westervoort

Op basis van het bureauonderzoek kan worden gesteld dat voor het plangebied een zeer hoge verwachting geldt. Het plangebied en de directe omgeving bestaan uit fluviatiele afzettingen. De rivieractiviteit is geëindigd in de 7e eeuw. Er kunnen archeologische resten verwacht worden in de vorm van voor de periode Late Middeleeuwen tot en met Nieuwe Tijd. Oudere resten worden niet verwacht, maar kunnen echter niet geheel uitgesloten worden. Het plangebied ligt in of in de directe nabijheid van de randzone van een laatmiddeleeuwse huisterp. Op basis van het AHN lijkt de huisterp zich niet tot in het plangebied uit te strekken, maar ligt het plangebied in de periferie ervan. Op basis van het booronderzoek kan worden gesteld dat de bodemopbouw in het plangebied bestaat uit een afwisseling van lichte zavel tot matig zware klei op beddingzanden vanaf een diepte van 170-180 cm –mv. De sterk geroerde toplaag varieert in dikte van 50 tot 90 cm. Dit is in lijn met de verwachting uit het bureauonderzoek. Er werden tijdens het booronderzoek geen eenduidige cultuurlagen waargenomen anders dan de sub-recent gevormde toplaag die het gevolg moet zijn van het structureel tuinieren en de landbouwactiviteiten daaraan voorafgaand. Er werden geen archeologische indicatoren waargenomen in de opgeboorde grond die wijzen op een archeologische vindplaats die anders is dan het huidige of het gelijksoortige gebruik van het terrein. Omdat er een geroerde toplaag is aangetroffen die gevormd moet zijn in de nieuwe / moderne tijd, dient men rekening te houden met de aanwezigheid van achtergebleven explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. Op basis van de resultaten van het inventariserend veldonderzoek door middel van karterende boringen wordt geen vervolgonderzoek geadviseerd voorafgaand aan de ontwikkeling. De kans dat in de ondergrond van het te verstoren deel van het plangebied (nog) een intacte archeologische vindplaats voorkomt anders dan de resten van het huidige gebruik als woon- of tuingrond of diens voorganger en eventuele resten uit de Tweede Wereldoorlog (losse vondsten, explosieven), wordt klein geacht