Een archeologisch bureau-onderzoek en inventariserend veldonderzoek door middel van boringen op het terrein aan de Hogeweg 3 te Dreumel, gemeente West Maas en Waal (Gld.)

De onderzoekslocatie ligt op de meandergordel van de Waal. Deze meandergordel is actief geweest van 1625 BP tot heden. De meandergordel heeft, gezien de geringe ouderdom, volgens de IKAW een lage archeologische trefkans. Op de cultuurhistorische kaart van Gelderland (CHS) heeft de gehele locatie echter een middelhoge trefkans. Uit de CHS blijkt verder dat een deel van de structuren in de omgeving van de onderzoekslocatie waarschijnlijk dateert van voor het jaar 1000. Het dorp Dreumel is waarschijnlijk bewoond geweest vanaf de Vroege Middeleeuwen. De onderzoekslocatie ligt langs de Hogeweg, een oude bewoningsas van het dorp Dreumel. Gezien de waarnemingen in de omgeving kunnen vondsten worden verwacht uit de periode Late Middeleeuwen – Nieuwe Tijd. Ten noorden van de onderzoekslocatie is een waarneming bekend uit de Romeinse Tijd. Deze waarneming is waarschijnlijk te relateren aan de oudere stroomgordel van Dreumel en wordt daarom niet relevant geacht voor de onderzoekslocatie. Op de locatie zijn in het verkennend booronderzoek oeversedimenten van de meandergordel van de Waal aangetroffen. De oeversedimenten van de Waal hebben een middelhoge verwachtingswaarde op archeologische resten uit de periode Late Middeleeuwen – Nieuwe Tijd. Door de ouderdom van het dorp Dreumel en de ligging langs een oude bewoningsas kunnen mogelijk ook sporen worden verwacht uit de Vroege Middeleeuwen. Het bodemprofiel is op de gehele locatie verstoord tot een diepte van minimaal 0,4 m –mv. Ter plaatse van de nieuwbouw is de bodem verstoord tot een diepte van 0,5 – 0,7 m –mv. Intacte archeologische sporen worden op oeverwallen verwacht direct onder de bouwvoor (ca. 0,4 m –mv). Door de oppervlakkige vergraving zijn slechts de ondiepe sporen vergraven, maar blijft de kans op diepere intacte archeologische sporen bestaan. Dit, in combinatie met de ligging langs een oude bewoningsas, maakt dat een vervolgonderzoek op de onderzoekslocatie noodzakelijk is