Basisrapportage Bureauonderzoek. Plangebied 2Y Praktijkschool Pro Almere: Archeologische Rapporten Almere 36

Ten behoeve van de realisatie van Praktijkschool 't Veer en uitbreiding van het fietspad aan het Botticellipad heeft Bureau Archeologie van de gemeente Almere een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd. Het plangebied ligt in het stadsdeel Almere Stad, 2Y Sallandsekant en is circa 8.500 m2 groot. De uitvoering van bovengenoemde plannen zal leiden tot bodemverstoringen die eventuele archeologische waarden, die zich in de ondergrond van het plangebied bevinden, kunnen verstoren. Het doel van het bureauonderzoek was een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel voor het plangebied op te stellen door bekende en te verwachten archeologische waarden en andere voor het onderzoek relevante gegevens te inventariseren. Aan de hand hiervan is bepaald of, en wat voor soort, archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk is. Het bureauonderzoek heeft uitgewezen dat binnen het plangebied geen archeologische waarden bekend zijn en dat er in het plangebied nog geen archeologisch onderzoek heeft plaatsgevonden. Hoewel het plangebied op de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) een lage archeologische verwachting heeft, moet op basis van het bureauonderzoek worden geconcludeerd dat in het plangebied archeologische waarden kunnen voorkomen in de top van het Pleistoceen dekzand en eventueel in Oude Getijden Afzettingen. Het dekzand ligt binnen het plangebied op een diepte van tussen 11 en 8 meter beneden NAP. De Oude Getijden Afzettingen liggen tussen 8 en 5 meter beneden NAP en zijn tot 1 meter dik. Het plangebied ligt tussen een dekzandrug en een depressie in het dekzand in. Mogelijk houdt de depressie verband met een in de ondergrond aanwezige fossiele kreekgeul. Uit onderzoek blijkt dat dergelijke reliëfrijke gebieden, die van nature een relatief rijke biomassa en biodiversiteit vertegenwoordigen, voor prehistorische jager verzamelaars( boeren) in de Midden Steentijd en Nieuwe Steentijd zeer aantrekkelijk waren. Voor het plangebied wordt op basis van het bureauonderzoek de archeologische verwachting dan ook naar boven toe bijgesteld, namelijk naar een hoge archeologische verwachting. Deze verwachting geldt met name voor archeologische waarden in de top van het dekzand en in eventuele gerijpte voorkomens van Oude Getijden Afzettingen. Daarom wordt aanbevolen om een Inventariserend VeldOnderzoek (IVO) uit te voeren, in de vorm van een gecombineerd verkennend en karterend booronderzoek. Hiertoe is als bijlage bij dit rapport een programma van eisen gevoegd