Een archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van een bureauonderzoek en boringen aan de Voorburglaan te Wageningen (Gld.): ARC-Rapporten 2003-37

Op de locatie aan de Voorburglaan te Wageningen is een IVO uitgevoerd door middel van bureauonderzoek en boringen. De boringen zijn alle, voor zover mogelijk, tot in de schone rivierklei-afzetting gezet. Dit pakket wordt op een gemiddelde diepte van ± 1,80 meter beneden maaiveld aangetroffen. Op dit pakket bevindt zich op enkele plaatsen een vegetatiehorizont van ± 5 centimeter dik. In deze pakketten werden geen archeologische indicatoren of resten van menselijke activiteiten aangetroffen. Ook in de daarboven gelegen lagen werden dergelijke resten niet aangetroffen. In het oostelijke gedeelte van het onderzoeksterrein, in de boringen 6 t/m 10, lijken de bodemlagen verstoord te zijn tot op een niveau van gemiddeld 1 meter beneden maaiveld (zie bijlage 1). In de betreffende boringen werd namelijk een mix van recente puinresten, opgebracht geel zand en brokken klei aangetroffen. Het is niet geheel uit te sluiten dat er in de lagen direct boven het pakket van de rivierafzetting nog archeologische sporen aanwezig zijn. De kans hierop lijkt echter zeer klein, gezien het feit dat er geen archeologische indicatoren in de boorkernen en eveneens zeer weinig fosfaat werd aangetroffen. Mochten er zich nog resten van menselijke activiteiten in de bodem van het onderzoeksterrein bevinden, dan zouden deze verwacht worden in het westelijke gedeelte. Het lijkt vooralsnog niet noodzakelijk om een archeologisch vervolgonderzoek op het terrein aan de Voorburglaan te Wageningen uit te laten voeren. Mochten er tijdens bouwwerkzaamheden archeologische indicatoren aan het licht komen, dan dient contact te worden opgenomen met de Provinciaal Archeoloog van de Provincie Gelderland, mevrouw F. de Roode