Opgravingen op het Rosveld bij Nederweert 1. Landschap en bewoning in de IJzertijd, Romeinse tijd en Middeleeuwen: Zuidnederlandse Archeologische Rapporten 22

Archeologisch onderzoek op het ca. 38 ha grote Rosveld bij Nederweert was nodig omdat het gebied zou worden ingericht als bedrijventerrein. Het Rosveld ligt in één van de oude akkercomplexen van het ‘dekzandeiland’ van Weert-Nederweert, en eerder archeologisch onderzoek in naburige akkers - Weert- Molenakker, -Kampershoek en Nederweert-Wessemerdijk - heeft een groot aantal vindplaatsen opgeleverd. De hoge verwachtingswaarde ten aanzien van het terrein werd bevestigd door een booronderzoek en veldverkenning in 2000. Vervolgens zijn 29 proefsleuven met een totale lengte van 5 km aangelegd en geheel volgens de verwachting kwam een reeks vindplaatsen aan het licht, daterend in de latere prehistorie, de Romeinse tijd en de Middeleeuwen. Een vlakdekkende opgraving van een aantal zones zou belangrijke aanvullende gegevens kunnen opleveren over de bewoningsgeschiedenis van de micro-regio. De vindplaatsen waren betrekkelijk goed geconserveerd en hun cultuur)landschappelijke context was grotendeels intact. Met name voor de Middeleeuwen was sprake van een groot onderzoekpotentieel, aangezien sprake was van maar liefst zeven naburige vindplaatsen uit de Karolingische periode tot het begin van de 14de eeuw. Daarnaast vormden vooral twee grafvelden uit de Late IJzertijd-Romeinse tijd een interessant onderzoeksobject. De vindplaatsen op het Rosveld hebben vooral een hoge ensemblewaarde, doordat zij kunnen worden vergeleken met de vele andere opgegraven vindplaatsen in de micro-regio. De streek rond Weert en Nederweert is inmiddels een van de best onderzochte oude cultuurlandschappen van Zuid-Nederland. Zeven zones zijn uiteindelijk onderzocht door middel van 74 werkputten en samen met de proefsleuven is een areaal van 8.3 ha vrijgelegd. Het onderzoek heeft enkele onderbrekingen gekend die zijn benut voor de primaire uitwerking van de gegevens. Na een periode van 33 maanden is het veldwerk in juni 2003 afgesloten